Wat hebben pubers en opgebrande mensen gemeen?

Als ik voor de 3e keer vraag of ze haar sporttas op wil ruimen, antwoordt onze dochter voor de 3e keer ‘ja’.

Maar blijft zitten. Ze is er niet met haar aandacht bij…

Tegenwoordig hebben we pubers in huis. Er verandert veel. Niet alleen voor het kind. Ook voor ons, als ouders.

Als ik haar vraag waarom er niet wordt opgeruimd, antwoordt ze: ‘Had je me iets gevraagd dan? Oh ja! Ja, ik weet het al mam, ik was het al weer vergeten. Want weet je, vriendin X appte dat…’ en dan volgt in geuren en kleuren een verhaal over de belevenissen van vriendin X.

Het hoofd van pubers staat naar ‘leuke’ dingen en niet naar moeders die sportkleren bij de vuile was willen hebben. (Dat wordt pas belangrijk op het moment dat schone sportkleren nodig zijn.)

Ondertussen ben ik zowel burnout- als puberexpert. Ik vond het grappig te ontdekken dat een aantal kenmerken van burnout overeenkomt met de puberfase.

Bijvoorbeeld de hersenwerking. Bij pubers zorgt de wisselwerking tussen de hormoonhuishouding en de hersenfuncties voor het typische pubergedrag. Bij mensen die burnout zijn, kunnen aanpassingen in de hersenen plaats vinden waardoor het denken, emoties en gedrag kunnen veranderen. Dit ontstaat doordat een uitgeput lichaam voor een langere periode van energie voorzien moet worden om te kunnen blijven functioneren.

Aandacht en concentratie zijn, net als bij pubers, moeilijker op te brengen. Pubers raken snel afgeleid door allerlei ‘beloningen’ zoals een appje. Mensen die burnout zijn, zijn lichamelijk niet meer in staat om aandacht en concentratie op te brengen, ook al zouden ze het graag willen. Alles wordt een karwei, een last. Gras maaien, boodschappen halen, kinderen naar school brengen, zelfs sociale contacten worden uiteindelijk uit de weg gegaan omdat het teveel energie kost. Aandacht bij een boek, concentratie op het werk, dit wordt steeds moeilijker op te brengen.

Slaapstoornissen komen vaak voor bij een burnout. Is een puber nog te wakker en te actief om te kunnen slapen, mensen die burnout zijn, willen wel slapen maar kunnen vaak moeilijk in- of doorslapen omdat het langer duurt voordat hun lichaam tot ontspanning kan komen. Ze staan als het ware nog lange tijd ‘aan’ en blijven onrust voelen.

Veranderingen in stemming, bij pubers vaak met veel extreme emotionele uitingen, is ook bij mensen die burnout zijn aan de orde. Ouders kunnen vreselijk zijn voor pubers. En dan volgt soms een flinke uitbarsting. ‘Jullie zijn ook zó ouderwets! Jullie begrijpen ook écht niets!’ Mensen die burnout zijn, kunnen lustelozer, depressiever, gejaagder, emotioneler, geïrriteerder (korter lontje) zijn, soms zelfs met woede-aanvallen, reageren.

De pubertijd is een periode van los maken, zelfstandig worden, ontdekken wat bij je past. Je zou de burnout-periode ook zo kunnen zien. Als een bewustwording, jezelf los gaan maken van oude patronen die niet meer zinvol zijn. Bezinnen op wat je wél wilt, wat goed is voor jou (en daarmee voor de anderen met wie je leeft).

De herstelperiode bij een ernstige burnout kan zeker 1 á 2 jaar duren. Pubers komen pas écht goed in balans zo omstreeks hun 22e levensjaar. In beide situaties geldt: de eerste periode is het heftigst en duurt het langst maar daarna wordt het snel beter.

Voor iedereen, ouders incluis, is het een leerproces.