Laatste berichten

Gewoontes veranderen

gewoontes veranderenSta je onder stress dan is het moeilijker om je impulsen te onderdrukken. Je geeft sneller toe aan ‘de verleiding’ toch die sigaret pakken terwijl je wilde stoppen, nog maar een glaasje wijn te nemen terwijl je eigenlijk vond dat je genoeg had gedronken. En die koek, die at je zo ineens op. Je weet natuurlijk best dat die sigaret niet moet, dat dat glaasje wijn niet de bedoeling is, om over de koek maar te zwijgen. En toch dóe je het. Waarom? Dat ligt aan de manier waarop onze hersenen werken. Aan de basis ligt altijd een prikkel, een aanleiding: iets zet je gedrag of gedachten in werking. Misschien is roken voor jou ontspanning en zit je nu in een gespannen situatie, misschien geeft alcohol je een los gevoel en wil je daarmee de spanning van je af laten glijden. En die koek, de laatste op het bord ligt er zo verleidelijk bij en je wéét hoe lekker die is. Die heb je wel verdiend. Als dit vaker gebeurt, ontstaat een gewoonte. Onze hersenen zijn gevoelig voor ‘beloning’, alles wat ons een goed gevoel geeft, is een beloning. Pubers zijn overigens helemaal supergevoelig voor ‘beloning’. De prikkel die ons aanzet om iets te doen, ook al vinden we die prikkel niet zo verstandig, kunnen we niet wegnemen. Wat we wél kunnen doen, is het middel dat zorgt voor het beloningsgevoel, vervangen. In plaats van een sigaret te pakken, kun je ook iets anders nemen wat je lekker vindt, bijvoorbeeld een paar nootjes of een worteltje. Dat gaat jammer genoeg niet vanzelf. Nieuwe gewoontes zul je jezelf aan moeten leren. Inderdaad, door het te gaan doen. Onze hersenen leren net zo makkelijk goede als slechte gewoontes aan. Zij maken geen onderscheid tussen goede en slechte gewoontes aanleren. Jij wél!

 

“Ziet u uzelf al aan een brandladder hangen?”

brandend huisWe kregen de brandweer op bezoek. Ons huis zou geïnspecteerd worden op brandveiligheid. Omdat zowel Bert als ik kantoor aan huis hebben, leek het een goede gedachte om een deskundig brandweer-oog eens te laten kijken of ons gezin (en onze cliënten) wel veilig het huis uit zouden kunnen vluchten bij brand. Brandweervrouw Hilde Slagers van het Team Brandveilig Leven van Brandweer Twente, maakte een afspraak. We waren benieuwd! Zelf hadden we het idee dat ons huis wel redelijk brandveilig was. Bijna overal hangen rookmelders, we hebben een vluchtplan wat we zo af en toe met de kinderen doornemen, er zijn geen obstakels in de vluchtwegen en aan kleine dingen zoals een blusdeken hebben we ook gedacht. Ik twijfelde alleen nog over een brandladder, zo’n touwladder die je uit het raam gooit en waarmee je jezelf al slingerend en bungelend in veiligheid zou kunnen brengen. Zou dat iets zijn om aan te schaffen? Van tevoren moesten we een vragenlijst invullen, deze nam Hilde met ons door. Daarna liep ze met ons alle vertrekken van het huis door. Ik kan het iedereen aanraden, dat is ook de reden dat ik het deze keer over de brandweer wil hebben, toch een wat andere vorm van stress.

Eerlijk gezegd verwachtte ik dat het grotendeels wel in orde zou zijn. Dat was het ook, maar Hilde zette wél de puntjes op de i. ‘Mooi, dat vluchtplan’, zei ze. ‘Hebben jullie ook nagedacht wie de kinderen ’s nachts wakker maakt als ze niet wakker zijn geworden van de rookmelder?’ Nou… nee. Geen moment aan gedacht, we dachten dat de kinderen vanzelf van dat lawaai wakker zouden worden. Maar als ze net zulke vaste slapers zijn als ik…. ‘En waar verzamelen jullie je, als je bij brand buitens huis staat?’ Verzamelen? Nooit gedacht aan verzamelen. ‘Dat is makkelijk en veilig’, legde Hilde uit. ‘Spreek samen een plek af waar jullie vanaf de straat te zien zijn en ga daar dan allemaal bij elkaar staan. Zo weet je direct of iedereen er is en zo kan de brandweer jullie in één oogopslag zien.’ Fantastische tip. ‘En trouwens, hebben jullie wel aan de hond gedacht? Wie neemt de hond mee naar buiten?’ Nee, ook niet aan de hond gedacht dus…

Ook de vraag of we een brandladder moesten aanschaffen werd goed doorgesproken. Van belang is dat deze goed bevestigd wordt. ‘Ziet u uzelf al aan een brandladder hangen?’ Ja, dan gaat mijn fantasie de vrije loop. Dan zie ik mezelf in pyama, in dikke rookwolken, lenig over de vensterbank springen en als een acrobaat naar beneden zeilen. Ik hoor de kinderen van beneden roepen ‘Ja, mama, gaat góed! Nog een klein stukje… jaaaa….spring er nu maar af!’ Vreemd eigenlijk, ik denk nooit dat ik mijn bril niet zal kunnen vinden, dat het raam niet open wil, dat ik helemaal geen acrobaat ben maar meer type stijve hark, dat ik door de rook overmand niets meer kan zien, dat ik in paniek zal raken, of weet ik het wat mensen doen als er brand is. Self enhancement heet dit positieve denken in psychologische termen trouwens.

brandweervrouw hilde slagersIn ons huis leek een brandladder niet direct nodig mits de rookmelders op de goede plek hangen. En werken natuurlijk. ‘Er is dan voldoende tijd om een veiliger vluchtweg te kiezen’, meende ze. Zo spraken we veel zaken met elkaar door. Al met al een heel zinvol uurtje! De adviezen werden ons een paar dagen later per post toegestuurd. Super.

Wellicht goed te weten: het bezoek van een deskundige brandweerman of -vrouw is gratis en er is geen controle of je de adviezen ook hebt opgevolgd. Heb je interesse? Neem dan contact op met Hilde Slagers, h.slagers@brandweertwente.nl

‘Mama! Ga je zó werken?’ – Leven en werken in balans

 typenDeze week had ik een klusjesdag gepland voor mijn werk, de maandag. Dat is een wat ongebruikelijke dag om klussen te doen want meestal werk ik dan met cliënten. Maar deze week kwam me dat toch beter uit. Ik heb de afgelopen tijd veel bij- en nascholing gedaan, echt ontzettend leuk en leerzaam, maar m’n administratie is wat blijven liggen. Het is niet handig dat maar voor me uit te schuiven, dus dan er maar een dag voor ingepland.

 Zo’n klusdag hoeft voor mij niet ‘strak in het pak’ dat doe ik graag in m’n spijkerbroek. Dus op maandagmorgen schoof ik in vrijetijdskleren aan het ontbijt. Onze kinderen keken me aan met grote ogen. Het was even stil. “Máma! Ga je zó werken? In dié kleren?” Ik was nog niet helemaal bij mijn positieven om in te zien wat ze bedoelden. Dus ik zei: “Ja, vandaag wel.” “Maar dat kán toch helemaal niet, dat is helemaal niet netjes in die kleren. Waarom heb je je nette kleren niet aan? Je kunt toch niet met mensen praten in die lelijke kleren?” Toen werd ik wakker. (Ja, ‘lelijke kleren’ dat had me wakker geschud, ik vind het erg moeilijk om kleren bij elkaar te zoeken.) Ik legde de kinderen uit dat ik vandaag wel werkte maar niet met mensen sprak en dat ik vond dat ik dan best een spijkerbroek aan kon doen. Daar konden ze mee instemmen maar dat ‘pyama-achtige t-shirt’ dat kon toch écht niet, gaven ze me nog even mee.

 Later zette het me aan het denken. Waarom kleden wij ons zoals we doen? Wat zegt dat over ons? Wat laten we zien aan anderen met onze kleding? Zijn we onszelf of is het een vorm van onszelf die we laten zien? Leuk om eens even bij te stil staan!

 

 

Help! Hangjongeren!

 

Note: dit zijn andere jongens.

Note: dit zijn andere jongens.

Mijn vakantie begon in een Zweeds haventje. Zon, zee, mooi haventje, wat wil een mens nog meer? ’s Avonds tegen acht uur kwamen we daar aan. Lekker kopje koffie gezet… kinderen naar de rotsen in de zee… genieten maar!

Oh nee! Daar kwamen twee snelle auto’s aangescheurd. Jonge knapen stapten uit. ‘Dat wordt feest’, dacht ik. Ze waren niet strak in het pak, geen stropdasje, nee, broek gescheurd, lang haar, geschoren haar, oorbellen overal waar je maar denken kunt… ‘Niet alleen feest, dat wordt nog vechten ook’, flitste het door me heen.

Daar sta je dan, aan dat leuke haventje. We wilden er overnachten. Zou dat wel kunnen, met die ‘hangjongeren’? Wat zouden ze doen? De boel vernielen? Niet te geloven wat een mens kan denken in 10 seconden! Onze hond zag de jongeren ook. Hij maakte géén onderscheid tussen stropdas en kapotte broek en kwispelde vrolijk naar hen toe. Eén van de jongeren kwam op ons toegelopen. ‘Wat heeft u een prachtige hond! Dit ras zie je niet vaak in het bruin in Zweden!’ En zo raakten we, in ons beste Zweeds, met de jongeren aan de praat. Het bleek gewoon een leuk stel jongeren te zijn. Niks mis mee. En ook nog helemaal gek van onze hond en onze hond van hen. Zo werd het op een andere manier toch nog feest.

Door dit voorval, werd ik me weer bewust van mijn vooroordeel. Als ze niet waren aankomen racen, als ze nettere kleding hadden gedragen… waren deze gedachten niet bij me opgekomen. Blijkbaar heb ik een negatieve associatie bij deze jongeren en zegt mijn ‘systeem’: pas op!!!

Op zich is dat goed. De ervaringen die we in ons leven hebben opgedaan, leren ons waar we op moet letten, wat veilig is en wat niet. En tóch heeft ons systeem niet altijd gelijk. Durven we hiervoor open te staan? Durven we toch voorzichtig te onderzoeken? Of kiezen we voor veiligheid: ik weet nu wat ik heb, ik weet niet wat het wordt, dus ik blijf maar waar ik ben? Als je uit je comfortzone durft te stappen, nieuwe dingen durft uit te proberen, dan ontwikkel je jezelf en ik durf te wedden: het leven wordt leuker. Als ik bang was geworden en de opgeschoten jongens had genegeerd dan had ik niet geweten dat het leuke knapen waren èn had onze hond een knuffelpartij gemist!

 

Ademhaling

Afgelopen weekend een interessante bijscholing gevolgd over ademhaling en hartcoherentie. Weer met de neus op de feiten gedrukt dat ademhaling zoveel kan betekenen voor het hele lichaam en zó snel ontspanning kan brengen!