‘Mama! Ga je zó werken?’ – Leven en werken in balans
Deze week had ik een klusjesdag gepland voor mijn werk, de maandag. Dat is een wat ongebruikelijke dag om klussen te doen want meestal werk ik dan met cliënten. Maar deze week kwam me dat toch beter uit. Ik heb de afgelopen tijd veel bij- en nascholing gedaan, echt ontzettend leuk en leerzaam, maar m’n administratie is wat blijven liggen. Het is niet handig dat maar voor me uit te schuiven, dus dan er maar een dag voor ingepland.
Zo’n klusdag hoeft voor mij niet ‘strak in het pak’ dat doe ik graag in m’n spijkerbroek. Dus op maandagmorgen schoof ik in vrijetijdskleren aan het ontbijt. Onze kinderen keken me aan met grote ogen. Het was even stil. “Máma! Ga je zó werken? In dié kleren?” Ik was nog niet helemaal bij mijn positieven om in te zien wat ze bedoelden. Dus ik zei: “Ja, vandaag wel.” “Maar dat kán toch helemaal niet, dat is helemaal niet netjes in die kleren. Waarom heb je je nette kleren niet aan? Je kunt toch niet met mensen praten in die lelijke kleren?” Toen werd ik wakker. (Ja, ‘lelijke kleren’ dat had me wakker geschud, ik vind het erg moeilijk om kleren bij elkaar te zoeken.) Ik legde de kinderen uit dat ik vandaag wel werkte maar niet met mensen sprak en dat ik vond dat ik dan best een spijkerbroek aan kon doen. Daar konden ze mee instemmen maar dat ‘pyama-achtige t-shirt’ dat kon toch écht niet, gaven ze me nog even mee.
Later zette het me aan het denken. Waarom kleden wij ons zoals we doen? Wat zegt dat over ons? Wat laten we zien aan anderen met onze kleding? Zijn we onszelf of is het een vorm van onszelf die we laten zien? Leuk om eens even bij te stil staan!
Onderzoek hooggevoeligheid en werk Deel 3: Werk en privé balans (slot)
Vandaag het laatste artikel over HSP’ers en werk met informatie uit de scriptie van Merel Hoefs. Dit artikel gaat over de invloed van werk op het privéleven van hooggevoelige mensen.
Werk kan vaak zwaar zijn, ervaren veel HSP’ers. Dan gaat het niet zo zeer om het werk zelf, als wel om wat erbij komt. Slechte concentratie wordt in het onderzoek vaak genoemd als iets waar HSP’ers last van hebben. De reden waarom zij zich slecht kunnen concentreren, is meestal gelegen in de omgeving: wanneer een hooggevoelige in grote groepen is, omringd wordt door hard geluid of wanneer er meegekeken wordt wanneer hij zijn werk doet.
Voor hooggevoeligen is het belangrijk dat zij hun eigen agenda kunnen inplannen en zelf hun werktempo kunnen bepalen. Het goed inplannen blijkt vaak lastig te zijn omdat HSP’ers verkeerd inschatten wat ze aankunnen en teveel op hun schouders nemen. Omdat ze vaak ook perfectionistisch zijn, zullen ze hun werk en hun taken goed willen doen, wat ook meer tijd kost. Zo neemt het werk een groot deel van hun energie in beslag en gaat het ten koste gaat van hun persoonlijke behoeften.
Hooggevoelig zijn voegt iets toe aan het werk, vinden de mensen die deelnamen aan het onderzoek. Veel hooggevoeligen gebruiken in hun werk hun eigen ervaringen.
Uit het onderzoek komt naar voren dat maar een enkele collega of alleen de baas op de hoogte is van de hooggevoeligheid. Hooggevoeligheid lijkt geen item dat makkelijk bespreekbaar wordt gemaakt. Meerderen geven aan dat ze zich op hun werk vaak niet begrepen voelen.
Op het werk en thuis hebben hooggevoeligen een grote behoefte aan een moment alleen zijn. Dat moment gebruiken zij om zich weer “op te laden”. Ook zoeken hooggevoeligen minder vaak gezelschap tijdens pauzes of na werktijd omdat ze die tijd hard nodig hebben om hun ervaringen alleen te verwerken. Ze zijn daardoor minder zichtbaar voor collega’s en leidinggevenden en hebben soms een minder groot netwerk in de organisatie. Om goed te kunnen functioneren hebben HSP’ers dus tijd nodig, liefst een moment alleen, anderzijds vinden zij het prettig om contact met anderen te hebben. Het gebrek aan menselijk contact op het werk kan ervoor zorgen dat een gevoel van onzekerheid en frustratie ontstaat. Als deze negatieve gevoelens meegenomen worden naar huis, wordt het thuis lastiger. Men begint thuis te klagen over het werk. Ruzie kan ontstaan waardoor HSP’ers thuis afstand nemen of afstand voelen. Restultaat: de volgende dag komt men niet alleen met de frustratie over het werk op het werk maar ook met de frustratie van thuis. Deze wederzijdse werk en privé-beïnvloeding neemt de balans tussen werk en privé weg. Hierdoor wordt het nog lastiger om alle ervaringen te verwerken en rust te vinden.
Voor HSP’ers is het dus zaak op het werk een manier te vinden waarop zij zo goed mogelijk kunnen functioneren waardoor het werk minder zwaar wordt en het privé ook makkelijker kan worden. Dat betekent naar mijn idee dat het goed is dat hooggevoeligheid bespreekbaar wordt gemaakt. Niet zweverig of zielig maar concreet. Wat heb jij nodig om goed te kunnen functioneren? Hoe kun je dat in jouw werk realiseren?
Wil jij leren beter om te gaan met jouw grenzen, wil je leren aan anderen jouw grens aan te geven? Stuur me even een mailtje, bij voldoende deelname gaan we er dit najaar in een kleine groep, in een paar bijeenkomsten mee aan de slag! info@balans-coaching.nl
Hoe kan ik mijn gestresste collega helpen?
Gestresste collega’s… ik denk dat iedereen wel zo’n collega kent. Ze lopen snel, spreken snel, zijn gejaagd, druk-druk-druk. De stoomlocomotief is aan het werk!
In dit artikel wil ik ingaan op de vraag van een lezeres wat je kunt doen om je gestresste collega te behoeden voor overspannenheid of burnout. Een collega kan een man of vrouw zijn, in dit artikel spreek ik over ‘zij’.
Het meest vervelende van deze situatie is dat je collega totaal niet inziet hoe gestresst ze is terwijl jij met lede ogen moet toezien hoe ze zichzelf verder in de nesten werkt…
Stress kan verschillende oorzaken hebben. Heeft iemand teveel hooi op de vork? Zijn er thuis problemen? Heeft iemand het idee dat hij of zij moet presteren om waardering te krijgen? Of is iemand vanwege zijn persoonlijke situatie al een tijdje overbelast en is de werkdruk nu teveel?
Heb je zorgen over je gestresste collega dan is het goed een gesprek met hem of haar aan te gaan waarin je je zorgen uit. Op deze manier geef je het signaal: ik denk dat het niet goed met je gaat. De gestresste collega zal dit signaal heel vaak niet kunnen ‘oppikken’. Hoezo rustiger aan doen? Het werk moet toch gebeuren? Er is met mij toch niets aan de hand? Jij weet toch ook wel dat Marie ziek is en Piet met zijn rug zit? Nou, dan moeten we toch allemaal wat meer doen? Ik voel me goed hoor!
In mijn praktijk kom ik deze reactie vaker tegen. Bij deze mensen valt vaak het kwartje als ik hen vraag om de stressklachtenlijst in te vullen. ‘Oei! Zoveel klachten….?! Daar was ik me helemaal niet van bewust!’
Als je zelf in de stress zit, heb je dat namelijk niet altijd in de gaten. Dat is het fnuikende van stress: het bouwt zich langzaam op, stukje bij beetje komt er steeds meer bij. Ook komen er langzaam aan meer klachten, bijvoorbeeld hoofdpijn, sneller geïrriteerd zijn, gaan piekeren, onzeker worden, slechter slapen, spieren in nek en schouder gaan vast zitten, minder goed kunnen concentreren, moe worden, last van de darmen krijgen, enz.
Deze klachten zijn een signaal, het gaat niet goed! Ik merk dat mensen deze signalen vaak negeren. Iemand die zo gedreven is, denkt eerder ‘kom, nog even doorzetten, en dan is het klaar en heb ik rust’. Maar die rust komt nooit omdat zowel geestelijk als lichamelijk het stressniveau te hoog is en vaak is er gewoonweg teveel werk wat nog gedaan moet worden, let wel: naar het idee van de gestresste persoon.
Het gesprek met je gestresste collega aangaan is dus een eerste. Wat zeker niét helpt, is de ander proberen te overtuigen van jouw visie dat zij gestresst is. Sociale steun is belangrijk, laat haar weten dat zij er niet alleen voor staat, haal eens een kopje thee voor haar. Als je kunt, bied dan je hulp aan; vraag of je ergens mee kunt helpen. Laat je collega het verschil zien hoe relaxed ze eerder werkte en hoe gestresst ze nu rond loopt, noem concrete voorbeelden. Dit zou haar aan het nadenken kunnen zetten: is er toch iets aan de hand? Vervolgens zou je, als je persoonlijker met elkaar omgaat, samen kunnen verkennen waar de stress vandaan komt.
Ik denk dat het verstandig is dat de gestresste collega een gesprek aangaat met haar leidinggevende, dat zou je haar kunnen adviseren. In de ideale situatie heeft haar leidinggevende al gezien dat de collega niet goed functioneert. Een leidinggevende kan echter geen gedachten lezen.
Zeker als de stress werkgerelateerd is en chronisch dreigt te worden, is het aankaarten belangrijk. Het is verstandig dan niet te lang ‘door te modderen’, maar hulp in te roepen. Deze hulp kan bestaan uit bijvoorbeeld een gesprek met de huisarts of de bedrijfsarts. Dat kan helpen om weer grip te krijgen op het probleem. Zo nodig kan de arts ook doorverwijzen naar een gespecialiseerde hulpverlener.
Tenslotte kun je zelf een gesprek met je leidinggevende aangaan en vertellen dat je je zorgen maakt om je gestresste collega.