Laatste berichten

Ik kan beter even doorgaan

Ik merk in mijn praktijk dat mensen stress moeilijk herkennen. Soms zijn ze al zó ver over hun grenzen dat er sprake is van een burnout. Zou je van de één op de andere dag burnout raken, dan is het verschil tussen lekker fit zijn en opgebrand heel duidelijk. Maar juist omdat het zó sluipend gaat, hebben mensen het niet door. Je lichaam past zich geleidelijk aan. Mensen hebben niet in de gaten dat als ze zich moe voelen, zij zichzelf nog allerlei klussen opleggen (“dan is dat tenminste klaar!”). Uitrusten dat doen ze later wel. ‘Éérst moet ik nog…’
Om burnout te raken hoeft er geen sprake te zijn van grote werkdruk, crisissituaties, enz. Neem Jan. Hij is tegenwoordig heel vroeg op omdat iedereen op zijn bedrijf tijdelijk over moet werken. ‘s Avonds brengt hij de kinderen naar bed en doet wat huishoudelijke klussen. Omdat hij in het bestuur zit van de voetbalclub en van de basisschool, moet hij een paar keer per week ‘s avonds vergaderen. Nee, dat kan écht niet anders want er staan bij beide ‘clubs’ grote veranderingen te gebeuren en dat vergt heel wat overleg. Jan heeft een drukke periode achter de rug: zijn vrouw is extra gaan werken waardoor hij nu wat meer in huis moet doen en zijn vader is na een lang ziekbed overleden. Wat Jan niet merkt, is dat hij in de avonduren niet tot rust komt. Er ligt dan nog zoveel op hem te wachten… Daar moet hij voldoende energie voor op kunnen brengen. En dat kan hij! Hij gunt zichzelf namelijk geen rust want ‘als ik eenmaal zit, kom ik niet meer in de benen om nog wat te doen, dan word ik zó moe. Maar als ik lekker bezig blijf, dan gaat het prima’. Zijn hersenen weten dat hij energie nodig heeft en zetten een stressreactie in werking waardoor het tekort aan energie wordt gecompenseerd.
Jan begint zich steeds vermoeider te voelen, hij krijgt moeite met inslapen, kan zich minder goed concentreren op zijn werk, thuis ontstaan wat irritaties. De stressreactie die het lichaam inzet om energie te leveren als die in feite niet beschikbaar is, zorgt kortdurend voor extra energie. Als we langere tijd teveel van onszelf vragen, heeft ons lichaam nóg een middel: via hormonen kunnen we langer op de been blijven. Deze neurohormonale systemen raken langzaamaan van slag als we onszelf blijven opjagen met alle ‘moet-dingen’. En dan treden nog meer klachten op, ons lichaam begint hier en daar wat te sputteren en geestelijk worden we er op zijn zachtst gezegd, niet vrolijker op.
Uiteindelijk valt Jan uit met een zware burnout. Van de Arbo krijgt hij te horen dat hij thuis een paar weken mag uitrusten en dan geleidelijk het werk weer moet hervatten, maar Jan is er dan nog lang niet. Psychologen behandelen burnout volgens hun richtlijn vaak vanuit de psychische invalshoek. Het feit dat het lichaam op én ontregeld is, komt dan niet aan de orde. En dat is jammer, want juist het neurohormonale herstel is van belang om goed te herstellen. Daarná komt in mijn optiek het psychische gedeelte.

Onderzoek: werkdruk vraagt meer aandacht. Doe de test!

Werkdruk en werkstress is hoog.Werkgevers moeten meer aandacht besteden aan de aanpak van werkdruk, agressie en ongewenste omgangsvormen. Dit blijkt uit controles van de Inspectie SZW tussen augustus 2016 en maart 2017.

De Inspectie controleerde of werkgevers bij incassobureaus, beveiligingsorganisaties, onderwijsorganisaties en gerechten voldoende maatregelen treffen om psychische klachten bij hun werknemers te voorkomen. In de periode augustus 2016 – maart 2017 voerde de Inspectie SZW zo’n 70 inspecties uit. Zij constateerde in totaal 345 overtredingen op het gebied van de aanpak van psychische klachten. Bij 80 procent van de geïnspecteerde organisaties was sprake van één of meer overtredingen. De Inspectie is daarom van oordeel dat de organisaties meer werk moeten maken van de aanpak van psychosociale arbeidsbelasting (PSA).

Psychische klachten en werkdruk kosten veel geld

De omgang met collega’s en cliënten kan veel invloed hebben op hoe iemand zich voelt. Dat geldt al helemaal als er sprake is van pesterijen, geweld, discriminatie of seksuele intimidatie. Dit kan ernstige lichamelijke en psychische klachten teweegbrengen bij werknemers. Bovendien kost dit alles werkgevers en de maatschappij veel geld. Hoge werkdruk kan een bron van werkstress vormen. De werkgever is verplicht om grensoverschrijdend gedrag en werkdruk te voorkomen. Ook hebben werknemers daarin zelf een  verantwoordelijkheid.

Test nu zelf!

Klik op onderstaande link om zelf te testen of er sprake is van werkstress. Er is een test voor werknemers én een test voor organisaties: https://szw.clients.vellance.net/

bron: Arbo-online.nl

Aangenaam bezoek tijdens een burnout

Wat ik het meest opvallend vond toen ik herstelde van mijn burnout was niet dat het allemaal zo langzaam ging. Nee, ik begreep wel dat het niet snel kon. Het meest vreemde vond ik, dat als iemand bij mij op ‘ziekenbezoek’ was, ik dat ontzettend leuk vond en heel geanimeerd kon babbelen. Met mij was op dat moment gewoon niks aan de hand! Totdat… het bezoek de deur uit was. Dan werd ik zó moe, zó ongelooflijk moe…de dag erna een terugslag. Ik begreep er niks van. Hoe kun je je tijdens een gezellig gesprekje optimaal voelen en daarna helemaal inzakken?

Ik weet nu dat het te maken heeft met adrenaline. Er is iets leuks, je gaat er helemaal in op en daardoor merk je niet meer hoe je lijf voelt en hoeveel energie het je kost.

Wat ik daarvan leerde, was dat ik dus blijkbaar van tevoren paal en perk moest stellen. Ik merkte immers niet tijdens het bezoek hoeveel energie het me kostte. Een een half uur bezoek bleek te doen. Een half uur… Dat vond ik vreselijk weinig! wat is nou een half uur als het zo gezellig is? En dan óók nog moeten zeggen… ‘sorry, ik trek het niet langer, ik zou nu graag willen stoppen’… Dat leek me welhaast onmogelijk. Bovendien ben ik ook nog netjes opgevoed en dan is het niet zo fraai om je bezoek ‘naar huis te sturen’.

Dacht ik tóen. Ik ben het van tevoren gaan aangeven: ‘fijn dat je wilt komen koffie drinken, hartstikke leuk, maar weet je, ik hou het nog niet zo lang vol, een half uur bezoek dat trek ik nog net’. Spannend om zoiets te zeggen, herinner ik me, en zeker de eerste keren. Maar alles went. Ook dit. En natuurlijk: geen mens die er iets lelijks over zei of erover mopperde! Iedereen begreep het… Het was mijn invulling van wat een ander kon denken…

Ik raakte in een burnout omdat ik over mijn grenzen heen ging. Sterker nog, ik denk dat ik toen helemaal geen grenzen had. Ik deed alles, kon alles. Geweldig gevoel. Maar niet verstandig. Ik putte mezelf uit, zonder dat ik het in de gaten had. En nu, nog steeds, moet ik oppassen voor de ‘flow’. Inmiddels weet ik dat ik grenzen heb, ook al heb ik ze liever niet om eerlijk te zijn. Ik weet dat ik daarnaar moet handelen.

En hoe is dat bij jou? Ga jij maar door en door of weet je op tijd te stoppen?

Voortekenen van burn-out

Mensen die met een burn-out te maken krijgen, hebben vaak te laat door wat er aan de hand is. Terwijl er meestal genoeg voortekenen zijn. Die voortekenen worden niet altijd herkend en vaak ook genegeerd.
Op intermediair las ik onderstaande punten van psycholoog Herbert Freudenberger. Hij beschrijft de ontwikkeling van een burn-out in twaalf fases. Herken jij jezelf in meer dan een paar van deze punten?

1. Een grote behoefte om jezelf te bewijzen. Met enthousiaste mensen die graag verantwoordelijkheid nemen, is natuurlijk niets mis. Maar met jezelf telkens moeten bewijzen wel.
2. Steeds harder werken: niet meer in staat zijn om de knop even uit te zetten.
3. Jezelf verwaarlozen: onregelmatig slapen, slecht eten en te weinig aandacht besteden aan je sociale omgeving.
4. Conflicten vermijden: problemen worden genegeerd en je voelt je bedreigd, paniekerig en opgejaagd.
5. Je leeft niet meer volgens je waarden, doet niet meer wat je eigenlijk écht belangrijk vindt: je verandert je prioriteiten, vrienden en familie verdwijnen naar de achtergrond, hobby’s zijn niet meer belangrijk, je focust alleen nog op werk.
6. Ontkenning van problemen. Je gaat allerlei problemen zien als het gevolg van je werk.
7. Ontwenningsverschijnselen: je hebt (bijna) geen sociaal leven meer, je voelt de behoefte om van je stress af te komen en grijpt daarvoor steeds vaker naar sigaretten, koffie, drank en/of drugs.
8. Je gedrag verandert en de buitenwereld begint het te merken; vrienden en familie maken zich zorgen.
9. Depersonalisatie: je ziet jezelf niet langer als waardevol en drijft steeds verder bij je eigen gevoel vandaan.
10. Je voelt je leger worden van binnen. Om dit te bestrijden, ga je op zoek naar afleidingen als voedsel, seks, alcohol of drugs. .
11. Depressie: je voelt je verloren en onzeker, uitgeput, de toekomst ziet er donker uit.

12. Burn-out: je stort volledig in, fysiek en/of mentaal. Het is nu tijd om te herstellen en te veranderen.

Ik denk zelf dat het verloop van een burnout niet exact fase voor fase gaat. Maar toch… herken je iets te veel van bovenstaande punten, ga dan eens bij jezelf na wat je kunt veranderen om te voorkomen dat je echt burn-out raakt.
En misschien is een vrijblijvend oriënterend gesprek in mijn praktijk een optie om meer zicht te krijgen wat er speelt en hoe je je sneller beter gaat voelen.

bron: Intermediair.nl

 

 

Ben jij in balans? Doe een simpele test en je weet het!

disbalansAls afsluiting van de week van de werkstress is het natuurlijk leuk om te weten of jij in balans bent. Daarom hieronder een eenvoudig testje. Even de cijfers bij elkaar optellen en je weet het.

De test werkt als volgt: bepaal bij elk stresssignaal uit het rijtje hieronder of je er last van hebt en zo ja hoe vaak. Geef het daarna een cijfer: 0= nooit last, 1= soms last, 2= vaak last en 3= zeer vaak last. Misschien makkelijk om even pen en papier erbij te hebben. Tel de cijfers op tot een totaalscore en kijk daarna of jij in balans bent!

Lichamelijke signalen:
Vermoeidheid of uitputting
Bonzend hart
Beven, trillen (van bijvoorbeeld je hand)
Verhoogde transpiratie
Pijnlijke nek, schouders, rug
Huiduitslag of netelroos
Hoofdpijn
Koude handen of voeten
Misselijkheid
Onrustig of gejaagdheid
Last van de maag
Sneller/vaker verkouden of grieperig
Slaapproblemen

Mentale signalen:
Lusteloosheid of tot weinig komen
Minder goed beslissingen kunnen nemen
Vergeetachtigheid
Niet meer goed kunnen nadenken
Minder goed kunnen concentreren
Rusteloosheid
Piekeren

Minder goed prioriteiten kunnen stellen
Emotionele signalen:
Je somber voelen
Gevoel van angst
Gevoel van zenuwen of paniek
Sneller geïrriteerd raken
Sneller boos
Huilbuien
Je onzeker voelen
Gedragssignalen:
Zenuwtrekken of tics
Meer eten of juist minder eten dan gewoonlijk
Overmatig drinken of roken
Onvriendelijker dan gewoonlijk
Minder communicatief
Meer misverstanden
Ongeduldiger
Meer werken (overwerken)
Regelmatige afwezigheid van werk, school etc.
Totaalscore:
0-19 Lager dan gemiddeld = zeer goed in balans
20-39 Gemiddeld = goed in balans
40-49 Iets hoger dan gemiddeld = uit balans
50 of meer Ernstig uit balans
Ben je uit balans dan weet je misschien de reden waarom. Ga niet doormodderen en blijf niet tobben: doe er wat aan! Er is er maar één die er écht iets aan kan doen en dat ben jij. Vind je het prettig om er hulp bij te hebben? Neem dan contact met mij op.

Wat we van een oude monnik kunnen leren

Benedictus van nursiaDe Benedictijnse spiritualiteit is een hype aan het worden geloof ik. Ik was wel nieuwsgierig naar die Benedictus, een man die leefde zo rond het jaar 500.
Iets spiritueels van 1500 jaar geleden wat nu nog steeds mensen inspireert?
Over zijn persoonlijk leven is niet veel bekend. We weten dat hij in zijn jonge jaren vrije kunsten studeerde in Rome, deze studie brak hij af om als kluizenaar een aantal jaren in de bergen te leven. Uiteindelijk stichtte hij in Monte Casino, in Italië, zijn eigen klooster. Als abt stelde hij leefregels op. In die tijd waren er voor diverse kloostergemeenschappen verschillende kloosterregels in gebruik. Benedictus werd vooral geïnspireerd door de Regel van de Meester. Hij nam hier zaken uit over, liet er dingen uit weg en maakte zelf regels die hij belangrijk vond voor het reilen en zeilen van het kloosterleven. Het mooie vind ik, dat je hier ziet dat Benedictus niet alleen de gewoonten van zijn tijd volgde maar zaken die hij zelf belangrijk vond, toevoegde. Vrije kunsten, zogezegd.
Ook wij kunnen op die manier omgaan met de regels van Benedictus, al leven we niet in een klooster. We kunnen zijn regels omzetten naar hoe het voor óns leven heilzaam kan zijn. En naar mijn idee komen we dan op bekend terrein. De Baghwan had het al over ‘worshippen’: al je werk, ook de nare klussen, met liefde en aandacht doen, artsen adviseren ons matigheid, mindfulness leert ons onze gedachten te houden bij het werk wat we op dat moment doen en Jezus Christus liet door zijn leven en sterven o.a. zien hoe belangrijk de ander is. Benedictus heeft van alles wat. Hij stelt bijvoorbeeld dat het goed is om structuur in je dag te hebben. Er zijn vaste tijden waarop monniken eten, werken en ontspannen. En toch even doorwerken zodat de monnik zijn werk af kon krijgen terwijl het tijd is voor ontspanning? Nee, dat was er niet bij. Laten we er wat vaker een voorbeeld aan nemen! Hieronder enkele ‘vertaalde’ Benedictijnse voorbeelden.
Begin je dag bewust. Even stil staan als je opstaat en niet meteen naar de ren-modus overschakelen. Rustig wakker worden, ontbijten (dat is niet: naar binnen stouwen zonder kauwen). Overdenk kort je komende dag.
Als je werkt, houd je aandacht bij je werk, bij wat je doet en wees in gedachten niet bezig met alles wat óók nog moet.
Als je thuis komt, neem dan tijd om thuis te komen en er ook echt te zijn. Dus niet ondertussen nog even mail checken, ‘nu even niet kind’-zeggen, appje sturen, met halve aandacht ‘ja, dag kind tot straks’-zeggen, telefoontje plegen om tenslotte je thee koud op te drinken. Maar: vraag aan je kinderen hoe hun dag was. Neem de tijd om rustig en ontspannen een kopje koffie of thee te drinken.
Als je dag voorbij is, sluit dan je dag bewust af. Neem een moment rust, dus: tv uit, smartphone en computer uit, geen prikkels meer en ga dan slapen.
Benedictus vraagt zijn monniken oprechte aandacht voor de ander te hebben, ook tijdens het werk. Als je met iemand praat, heb dan aandacht voor diegene en denk ondertussen niet aan andere dingen. Merk je dat iemand hulp nodig heeft, kijk dan eens wat jij kunt doen.
Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik tot de conclusie kwam dat deze oude regels eigenlijk heel universeel zijn. Regels die ons leven als mens beter maken door praktische zaken zoals timemanagement toe te passen maar ook een beter leven doordat mensen meer oprechte aandacht van elkaar gaan ervaren. Je mag er zijn.

Stress? Mopperen helpt

mopperen helptWe stonden aan de afwas. We zijn het enige gezin in Nederland dat nog geen vaatwasser heeft, denk ik. Maar dat heeft ook zo zijn voordelen. Eén voordeel is dat mijn man en ik zo tijdens de afwas even bij kletsen. Gisteren was het echter geen bijkletsen. Meer ‘bij-mopperen’. Jawel, van mijn kant. Toen ik in een tehuis werkte voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen werd het me al snel duidelijk: de groepsleider waar ze het meest van hielden daar mopperden de kinderen het meest mee. Dat komt omdat ze bij diegene ruimte en acceptatie vinden, dáár kan het zonder dat de relatie op het spel staat. Bij mij gaat het dus net zo: mijn man was vandaag aan de beurt! Ik moest ’s middags naar een bijscholing waardoor ik pas heel laat in de avond thuis zou zijn, ’t kwam me heel ongelukkig uit want een dag later zou onze dochter jarig zijn en daar moest nog het een en ander voor geregeld worden. En er lag nog werk op me te wachten waarvan ik vond dat ik dat eigenlijk al gedáán had moeten hebben. Ik voelde enige druk. Tijdens de afwas begon ik te mopperen: stoom afblazen. ‘Die kinderen ook, ze wéten potverdorie dat ze hun jas op moeten hangen, waarom liggen die jassen nou onder de kapstok? Leren ze dat dan nóóit?’ Mijn man is tamelijk nuchter, dus hij zei: ‘Nee, ’t zal nog wel vaker mis gaan’. Preciés het verkeerde antwoord! Nét wat ik nodig had om nog wat stress van me af te mopperen. ‘Ze zijn al 10 jaar’, foeterde ik, ‘zó moeilijk kan dat toch niet zijn? En die Dondald Duckjes, die liggen nóg op tafel, waarom ruimen ze die nou niet gewoon even op?’ ‘Dat zal ook nog wel even duren’, zei mijn man. Even duren? Huh? Ópruimen dat spul! Nu raakte ik goed op dreef. ‘En moet je kijken naar de vensterbank! Geen mens die bedenkt dat de planten daar half verlept staan, je kunt ze hóren roepen om een beetje water!’ Nu kreeg mijn man het door: het is moppertijd. ‘Heb je nog meer?’ vroeg hij. Preciés goed! Jazeker heb ik meer: de vloer ligt vol zand, de was hangt buiten aan de lijn in de zon tot kurk te worden, ik wil zó graag in de tuin werken maar vanmiddag moet ik alwéér weg, dochter is morgen jarig en we moeten écht nog wat spullen zien te kopen, heeft onze zoon er wel aan gedacht een cadeautje te kopen? En onze keuken is ook eigenlijk véél te klein, waar moeten we ‘alles’ toch laten? (leuk hè, ‘k haalde er werkelijk álles bij!) Als ik niets meer te mopperen heb en de afwas ondertussen gedaan is, geeft hij me een knuffel en zegt: ‘wat lucht dat toch lekker op hè? Even mopperen.’ En zo is dat. Soms is even mopperen helemaal zo slecht nog niet. Laat de kleine ergernissen niet de overhand krijgen. Natuurlijk weet ik ook wel dat de kinderen de jassen meestal wél ophangen, dat de vloer vanmorgen heus al geveegd is en er nu toevallig weer zand ligt, enz. De reden voor mijn gemopper is de druk die ik voel. ’s Middags en ’s avonds weg zijn terwijl een aantal belangrijke zaken nog niet geregeld zijn. Dat kun je ook anders oplossen: goed plannen en even rustig overleggen wie wat doet. Ja, dat kan. Maar soms even niet. Helemaal niet erg. Eerst even uitmopperen en dán samen overleggen.
Je hart luchten, dat lucht letterlijk op. Geeft nieuwe energie. Het handigst is om dit te doen bij iemand die je goed kent. En vraag gewoon ‘mag ik even tegen je aan mopperen? Je hoeft alleen maar te luisteren.’ De oplossingen… die kennen we namelijk zelf wel!

Boos

negatief wijzenMijn zoon was boos. Echt boos. Op school had hij ruzie gekregen en vond de hele gang van zaken vre-se-lijk oneerlijk. We moesten niet denken dat hij…. mopperde hij. En toen kwam een heel verhaal. En de ander…. nu, je kunt wel raden, daar bleef geen spaan van heel. Toen de ergste emotie geuit was, raakten we aan de praat. Wat was er nu eigenlijk gebeurd? Het leek om een verschil van mening te gaan. In mijn optiek was dat niet alles. Wat ik erin merkte was ook dat de ander zich groot hield en ondertussen verdrietig was om de gang van zaken (bleek een paar dagen later ook zo te zijn). Wat zou een oplossing kunnen zijn? Tja… ‘Naar de ander toestappen?’ opperde hij voorzichtig. Hij had vast al een lichte hint gekregen van het Bijbelverhaal dat we eerder die dag gelezen hadden over de minste kunnen zijn. Dat leek een mooie oplossing: stap op de ander af en ga in gesprek! Bij nader inzien… hij dacht niet dat de ander met hem in gesprek zou willen. ‘Waarom dan wel niet?’ vroeg ik. ‘Toen ik hem na de ruzie voorstelde om samen naar huis te fietsen, zei hij nee…’ zei mijn zoon. Lichte teleurstelling klonk in zijn stem. Ai. Wat jammer eigenlijk. De ander had de deur dicht gedaan. En al pratend kwamen we erop dat het bij grote mensen ook vaak zo gaat. Als grote mensen ruzie hebben, gaat het vaak om iets heel kleins in de ogen van andere grote mensen. Iets wat niet zo belangrijk is. Maar het toch wél is, want een van de ruziemakers, of misschien wel allebei, voelt zich door iets wat gebeurd of gezegd is, gekwetst. Onze boosheid vertelt ons dat iets wat ons dierbaar is, aangevallen wordt en dat willen we niet, dat willen we beschermen. Grote mensen zijn niet zo goed in het goedmaken, denk ik vaak. Ik denk ook dat dat komt omdat we zo gekwetst zijn, dat doet echt pijn, of doordat we zo trots zijn en niet een eerste stap willen zetten. Of zó gekwetst dat we de waarde van die eerste stap van de ander niet willen zien. Jammer eigenlijk. Samen fietsen is toch leuker dan alleen.

 

Gewoontes veranderen

gewoontes veranderenSta je onder stress dan is het moeilijker om je impulsen te onderdrukken. Je geeft sneller toe aan ‘de verleiding’ toch die sigaret pakken terwijl je wilde stoppen, nog maar een glaasje wijn te nemen terwijl je eigenlijk vond dat je genoeg had gedronken. En die koek, die at je zo ineens op. Je weet natuurlijk best dat die sigaret niet moet, dat dat glaasje wijn niet de bedoeling is, om over de koek maar te zwijgen. En toch dóe je het. Waarom? Dat ligt aan de manier waarop onze hersenen werken. Aan de basis ligt altijd een prikkel, een aanleiding: iets zet je gedrag of gedachten in werking. Misschien is roken voor jou ontspanning en zit je nu in een gespannen situatie, misschien geeft alcohol je een los gevoel en wil je daarmee de spanning van je af laten glijden. En die koek, de laatste op het bord ligt er zo verleidelijk bij en je wéét hoe lekker die is. Die heb je wel verdiend. Als dit vaker gebeurt, ontstaat een gewoonte. Onze hersenen zijn gevoelig voor ‘beloning’, alles wat ons een goed gevoel geeft, is een beloning. Pubers zijn overigens helemaal supergevoelig voor ‘beloning’. De prikkel die ons aanzet om iets te doen, ook al vinden we die prikkel niet zo verstandig, kunnen we niet wegnemen. Wat we wél kunnen doen, is het middel dat zorgt voor het beloningsgevoel, vervangen. In plaats van een sigaret te pakken, kun je ook iets anders nemen wat je lekker vindt, bijvoorbeeld een paar nootjes of een worteltje. Dat gaat jammer genoeg niet vanzelf. Nieuwe gewoontes zul je jezelf aan moeten leren. Inderdaad, door het te gaan doen. Onze hersenen leren net zo makkelijk goede als slechte gewoontes aan. Zij maken geen onderscheid tussen goede en slechte gewoontes aanleren. Jij wél!

 

Ontspannen door maar 1 minuutje te mediteren, ook voor ‘dummies’

konijn ontspannenOntspannen door maar 1 minuutje te mediteren, wie zou dat niet willen? Zelfs zonder dat je in speciale ‘knopen’ moet gaan zitten, het is overal te doen. Ideaal lijkt me. Martin Boroson heeft een mooi filmpje hierover gemaakt:  One moment meditation. Geen bodyscans, geen ingewikkelde dingen, slechts 1 minuutje ‘niks’. Ik raad je aan om even 5 minuten te nemen om naar dit filmpje te kijken en mee te doen. Ook geschikt voor mensen die niet kunnen mediteren! Het is in het engels, maar niet zulk moeilijk engels hoop ik. En persoonlijk vind ik de tekeningetjes veelzeggend en erg leuk!