Laatste berichten

Onderzoek: werkdruk vraagt meer aandacht. Doe de test!

Werkdruk en werkstress is hoog.Werkgevers moeten meer aandacht besteden aan de aanpak van werkdruk, agressie en ongewenste omgangsvormen. Dit blijkt uit controles van de Inspectie SZW tussen augustus 2016 en maart 2017.

De Inspectie controleerde of werkgevers bij incassobureaus, beveiligingsorganisaties, onderwijsorganisaties en gerechten voldoende maatregelen treffen om psychische klachten bij hun werknemers te voorkomen. In de periode augustus 2016 – maart 2017 voerde de Inspectie SZW zo’n 70 inspecties uit. Zij constateerde in totaal 345 overtredingen op het gebied van de aanpak van psychische klachten. Bij 80 procent van de geïnspecteerde organisaties was sprake van één of meer overtredingen. De Inspectie is daarom van oordeel dat de organisaties meer werk moeten maken van de aanpak van psychosociale arbeidsbelasting (PSA).

Psychische klachten en werkdruk kosten veel geld

De omgang met collega’s en cliënten kan veel invloed hebben op hoe iemand zich voelt. Dat geldt al helemaal als er sprake is van pesterijen, geweld, discriminatie of seksuele intimidatie. Dit kan ernstige lichamelijke en psychische klachten teweegbrengen bij werknemers. Bovendien kost dit alles werkgevers en de maatschappij veel geld. Hoge werkdruk kan een bron van werkstress vormen. De werkgever is verplicht om grensoverschrijdend gedrag en werkdruk te voorkomen. Ook hebben werknemers daarin zelf een  verantwoordelijkheid.

Test nu zelf!

Klik op onderstaande link om zelf te testen of er sprake is van werkstress. Er is een test voor werknemers én een test voor organisaties: https://szw.clients.vellance.net/

bron: Arbo-online.nl

Een vergeten hobby

Kinderen met rugzakIk ben helemaal vrolijk nu ik dit stukje typ. Ik heb namelijk zojuist mijn rugzak gepakt. Die grote. Die meeging op reis in India, die meeging toen ik het Pieterpad wandelde. Die.. ja, dié rugzak. Oh, wat roept dat ineens herinneringen op! Toen ik kinderen kreeg, schoof de rugzak steeds verder naar achteren op zolder. Toch heb ik hem altijd bewaard. En nu heb ik hem weer tevoorschijn gehaald! Morgen ga ik met m’n kinderen een stukje van het Overijsselpad lopen. De kinderen voor het eerst, zelf met hun eigen rugzak. We gaan wild kamperen in het bos, of we proberen te overnachten bij een boer. (Kan dat eigenlijk nog wel of ben ik nu echt antiek?) Ik ben heel benieuwd wat mijn kinderen van de tocht vinden. Eerlijk gezegd was het idee afkomstig van mijn zoon. Hij heeft de serie ‘De langste dag’ gezien en zag jongeren getraind worden tot soldaten, zoals in de Tweede Wereldoorlog. Nou, dat leek hem ook wel wat. Mijn dochter vond het natuurlijk ook wel stoer en omdat we allemaal stoer zijn, gaat de tocht morgen beginnen.
Wat ik van mijn eerste tochten heb onthouden, is dat die rugzak aan het eind toch wel écht óntzéttend zwáááár is… maar ook: hoe heerlijk het gebakken ei met spek ’s morgens smaakte, de koffie onderweg op de spiritusbrander, de mooie ervaringen en mensen die ik onderweg tegen kwam.
Zo, herinneringen ophalend, legde ik een linkje naar het gesprek wat ik vanmorgen in mijn praktijk voerde. Dat we allemaal zo snel in de tredmolen van het leven stappen, de dagelijkse routine, er zijn vaak zoveel dingen die ‘moeten’. Maar van wie moeten die ‘moet-dingen’ eigenlijk? Toch van ons zelf? In stressvolle tijden ben je geneigd alsmaar door te gaan en maar door te gaan. Het lijkt alsof je geen ontspanning kunt nemen. Alle leuke, sociale dingen geven mensen dan één voor één op. De ‘moet-dingen’ gaan voor. Voor je het weet is er steeds minder tijd om er eens even tussenuit te stappen. En dát ga ik morgen dus eens letterlijk doen: ik stap eruit!

Meer doen in minder tijd (Time-management-tips deel 2)

meer doen in minder tijdToen ik uit India terug kwam, had ik mezelf vast voorgenomen om niet meer te rennen. Niet meer met grote passen naar het kopieerapparaat snellen, niet meer gauw even bij een collega langs. Ik geloof dat ik het nog geen week vol hield en toen regeerde de waan van de dag al weer en liep ik weer op een ‘drafje’. Het is natuurlijk erg lastig om rustig te lopen als je hele agenda vol staat. Je zit vol adrenaline en je wilt presteren. Je denkt dat je al je werk af gaat krijgen door als maar door te gaan. Dat werkt niet zo: door te stressen verhoog je nóg meer je stressniveau. Je krijgt niet méér maar juist mínder gedaan. Dus hoe tegenstrijdig het ook lijkt: jaag jezelf niet op maar ‘calm down’. Je komt door te stressen in een vicieuze cirkel, immers je krijgt minder gedaan maar moet er veel harder voor werken.

 Hieronder tref je een aantal tips die jou kunnen helpen om je tijd beter te managen.

 – Plan een buffer in je week om je achterstand weg te werken. Dus elke week bijvoorbeeld een dagdeel vrij houden om rustig door te kunnen werken en je werk af te maken.

– Stel vervelende klussen niet uit maar doe ze nu. Bel de lastige cliënt, werk je administratie bij, het geeft je een goed gevoel de nare klussen gedaan te hebben en je hoeft er niet meer tegenop te zien, dat scheelt energie.

– Hoe voller je hoofd is, hoe minder creatief je bent. Stop dus minder in je hoofd en meer op papier of in je computer.

– Handel email op vaste tijdstippen van de dag af. Beantwoord de mail. Ruim ze daarna op: delete of bewaar ze op een plek waar ze horen. Als je email stuurt, is het voor een ander handig als je bij het onderwerp invult waar het over gaat. Een ander hoeft dan niet eerst je hele mail te lezen om eindelijk onderaan je vraag te lezen. De andere tip die hierin verborgen zit: houd het kort.

– Als je niet veel tijd hebt voor een gesprek, geef dit dan van tevoren aan. Zeg ‘ik heb 10 minuten en dan moet ik echt weg’. Dat is duidelijk voor een ander maar ook voor jezelf. Je kunt natuurlijk altijd een vervolgafspraak maken.

 – Sla geen pauzes over. Ik heb het zelf natuurlijk ook gedaan, maar wijs is het niet. Neem pauze om te eten, te drinken en rustig naar het toilet te gaan. Je doet nieuwe energie op en kunt je daarna beter concentreren op de taken die er liggen. Even rustig door je buik ademhalen tijdens de pauze is ook een slimme zet: je geeft je lichaam en je hersenen zo meer zuurstof.

 – Geef zelf je grens aan. Vaak hebben anderen niet in de gaten dat je te veel werk hebt of te druk bent. Zeker niet als iedereen weet dat jij nooit nee zegt en alles aan kunt. Je zult een constante aanvoer van werk hebben. Jij bent zelf degene die moet aangeven wat jouw grens is.

 

Er is ook zóveel te doen! (Timemanagement-tips deel 1)

Timemanagement werkt ontstressend‘Hoe stom kon ik zijn’, zei een directeur die ik laatst sprak. ‘Ik wist wel dat het weekend was, maar wat me te binnen schoot vond ik belangrijk. Dus heb ik op zondag een mailtje naar een groep mensen van mijn werk verstuurd. Binnen het kwartier kreeg ik van van de meesten bericht terug.’

Een vrouw vertelde dat ze haar werkmail checkte voordat ze naar haar werk ging en tijdens haar ontbijt al een groot deel van de mail wegwerkte. ‘Nooit gedacht dat ik dat zou gaan doen en ik vind het ook niet goed van mezelf maar ik heb zóveel werk en dan is het fijn dat dit al gedaan is.’

Veel mensen hebben altijd het gevoel tijd tekort te komen. Je collega vraagt je dit en je leidinggevende vraagt je dat. Zelf zou je nog graag bezig willen met een andere taak die er ook al een tijdje ligt. En eigenlijk had alles gisteren al gedaan moeten zijn. Je probeert de meest belangrijke zaken eerst te doen maar de minder belangrijke zaken kunnen óók niet eeuwig wachten. Tussendoor komen allerlei ‘futiliteiten’ zoals een paar handtekeningen zetten, een gesprek met een collega die het thuis niet makkelijk heeft. Daar gáát je tijd… daar gáát je planning…

Beter met je tijd omgaan kan je een hoop stress schelen. Timemanagement kan je helpen om weer grip op de zaak te krijgen. Maak daar een gewoonte van! Bij echte overbelasting is timemanagement overigens niet genoeg. Dan is het tijd om te kijken of er niet teveel taken op je bordje liggen. En zo ja, pak dat dan aan. Daar kom ik in een volgend stukje op terug.  Bij timemanagement kijk je of je je werk handig en efficiënt aanpakt. Dat is de eerste stap: de goede dingen goed doen. Begin met onderzoeken of de werkzaamheden die je doet wel kloppen met de taken die in je functieomschrijving staan. Je zult niet de eerste zijn die allerlei taken erbij doet en daardoor nauwelijks aan je eigenlijke werktaken toe komt. Mocht dat zo zijn dan is het tijd om (met je leidinggevende) te bepalen wat je werkelijke taken zijn en waar voor het management prioriteiten liggen.

Het is belangrijk om elke morgen 5 minuten te nemen om het werk wat die dag gedaan moet worden op een rij te zetten. Je weet natuurlijk best wat er allemaal gedaan moet worden maar al die kleine taakjes die je vooral niet wilt vergeten, geven veel onrust in je hoofd. Zet alles op ‘het papier van de dag’. Op dit papier schrijf je wat je vandaag écht gedaan wilt hebben. Stel hierin prioriteiten. Bedenk bij elke taak die je opschrijft of je die werkelijk vandaag moet doen. Mag het ook later?

Plan één zaak die je die dag wilt afmaken. Maar één? Ja maar één. Wees realistisch in wat je kunt doen op één dag. Zo bezig zijn, geeft rust en overzicht. En wegstrepen wat klaar is, is natuurlijk een heerlijk gevoel!

Gebruik je agenda om te plannen en plak niet overal memo-stickers. Die memootjes raken kwijt en geven chaos op je werkplek en chaos in je hoofd.

Doe de dingen waarvan je denkt ‘oh, help, géén zin in, kan nog wel wachten’ het eerst.

Hak grote klussen in stukken.

Vind je iets lastig? Ben je ergens niet zo goed in? Vraag om advies! Overleg met anderen die er wél goed in zijn. Jij leert ervan en anderen vinden het meestal leuk om hun kennis en ervaring te delen.

Vijf minuten voor je naar huis wilt gaan, is het handig om je werkdag te ‘sluiten’. Je bekijkt je ‘papier van de dag’ en bekijkt wat er nog te doen is. Schrijf dit op voor morgen. Dit geeft meer grip en overzicht.

 

Boos

negatief wijzenMijn zoon was boos. Echt boos. Op school had hij ruzie gekregen en vond de hele gang van zaken vre-se-lijk oneerlijk. We moesten niet denken dat hij…. mopperde hij. En toen kwam een heel verhaal. En de ander…. nu, je kunt wel raden, daar bleef geen spaan van heel. Toen de ergste emotie geuit was, raakten we aan de praat. Wat was er nu eigenlijk gebeurd? Het leek om een verschil van mening te gaan. In mijn optiek was dat niet alles. Wat ik erin merkte was ook dat de ander zich groot hield en ondertussen verdrietig was om de gang van zaken (bleek een paar dagen later ook zo te zijn). Wat zou een oplossing kunnen zijn? Tja… ‘Naar de ander toestappen?’ opperde hij voorzichtig. Hij had vast al een lichte hint gekregen van het Bijbelverhaal dat we eerder die dag gelezen hadden over de minste kunnen zijn. Dat leek een mooie oplossing: stap op de ander af en ga in gesprek! Bij nader inzien… hij dacht niet dat de ander met hem in gesprek zou willen. ‘Waarom dan wel niet?’ vroeg ik. ‘Toen ik hem na de ruzie voorstelde om samen naar huis te fietsen, zei hij nee…’ zei mijn zoon. Lichte teleurstelling klonk in zijn stem. Ai. Wat jammer eigenlijk. De ander had de deur dicht gedaan. En al pratend kwamen we erop dat het bij grote mensen ook vaak zo gaat. Als grote mensen ruzie hebben, gaat het vaak om iets heel kleins in de ogen van andere grote mensen. Iets wat niet zo belangrijk is. Maar het toch wél is, want een van de ruziemakers, of misschien wel allebei, voelt zich door iets wat gebeurd of gezegd is, gekwetst. Onze boosheid vertelt ons dat iets wat ons dierbaar is, aangevallen wordt en dat willen we niet, dat willen we beschermen. Grote mensen zijn niet zo goed in het goedmaken, denk ik vaak. Ik denk ook dat dat komt omdat we zo gekwetst zijn, dat doet echt pijn, of doordat we zo trots zijn en niet een eerste stap willen zetten. Of zó gekwetst dat we de waarde van die eerste stap van de ander niet willen zien. Jammer eigenlijk. Samen fietsen is toch leuker dan alleen.

 

Gewoontes veranderen

gewoontes veranderenSta je onder stress dan is het moeilijker om je impulsen te onderdrukken. Je geeft sneller toe aan ‘de verleiding’ toch die sigaret pakken terwijl je wilde stoppen, nog maar een glaasje wijn te nemen terwijl je eigenlijk vond dat je genoeg had gedronken. En die koek, die at je zo ineens op. Je weet natuurlijk best dat die sigaret niet moet, dat dat glaasje wijn niet de bedoeling is, om over de koek maar te zwijgen. En toch dóe je het. Waarom? Dat ligt aan de manier waarop onze hersenen werken. Aan de basis ligt altijd een prikkel, een aanleiding: iets zet je gedrag of gedachten in werking. Misschien is roken voor jou ontspanning en zit je nu in een gespannen situatie, misschien geeft alcohol je een los gevoel en wil je daarmee de spanning van je af laten glijden. En die koek, de laatste op het bord ligt er zo verleidelijk bij en je wéét hoe lekker die is. Die heb je wel verdiend. Als dit vaker gebeurt, ontstaat een gewoonte. Onze hersenen zijn gevoelig voor ‘beloning’, alles wat ons een goed gevoel geeft, is een beloning. Pubers zijn overigens helemaal supergevoelig voor ‘beloning’. De prikkel die ons aanzet om iets te doen, ook al vinden we die prikkel niet zo verstandig, kunnen we niet wegnemen. Wat we wél kunnen doen, is het middel dat zorgt voor het beloningsgevoel, vervangen. In plaats van een sigaret te pakken, kun je ook iets anders nemen wat je lekker vindt, bijvoorbeeld een paar nootjes of een worteltje. Dat gaat jammer genoeg niet vanzelf. Nieuwe gewoontes zul je jezelf aan moeten leren. Inderdaad, door het te gaan doen. Onze hersenen leren net zo makkelijk goede als slechte gewoontes aan. Zij maken geen onderscheid tussen goede en slechte gewoontes aanleren. Jij wél!

 

Ontspannen door maar 1 minuutje te mediteren, ook voor ‘dummies’

konijn ontspannenOntspannen door maar 1 minuutje te mediteren, wie zou dat niet willen? Zelfs zonder dat je in speciale ‘knopen’ moet gaan zitten, het is overal te doen. Ideaal lijkt me. Martin Boroson heeft een mooi filmpje hierover gemaakt:  One moment meditation. Geen bodyscans, geen ingewikkelde dingen, slechts 1 minuutje ‘niks’. Ik raad je aan om even 5 minuten te nemen om naar dit filmpje te kijken en mee te doen. Ook geschikt voor mensen die niet kunnen mediteren! Het is in het engels, maar niet zulk moeilijk engels hoop ik. En persoonlijk vind ik de tekeningetjes veelzeggend en erg leuk!

Werknemers hebben vaker last van stress

Werknemers melden zich minder vaak ziek, maar hebben vaker last van psychische klachten. Die zouden in de meeste gevallen veroorzaakt worden door stress. Dat blijkt uit een analyse van ArboNed. Het gemiddeld ziekteverzuim lag zowel begin als eind 2013 op 3,8 procent. In 2012 lag het percentage op 4,1 procent.

Ziekteverzuim blijft geforceerd laag

Volgens bedrijfsarts bij ArboNed Corné Roelen hebben werknemers nog weinig vertrouwen in de arbeidsmarkt, waardoor het verzuim geforceerd laag blijft. “Als de werknemers het weer voor het kiezen hebben op de arbeidsmarkt, zal het verzuim stabiliseren of zelfs weer stijgen”, aldus de arts. De werknemers die zich ziek melden, hebben vaker dan voorheen last van psychische kwalen. Het percentage medewerkers dat thuisbleef met dat soort klachten lag in 2012 op 29 procent. Vorig jaar steeg dat naar 35 procent.

‘Werkgever moet meebetalen aan behandeling personeel’

Het psychisch verzuim heeft voor driekwart te maken met stress, zowel door werk- als privé-omstandigheden. Hulp wordt vaak niet gezocht omdat de werknemer die niet kan betalen, stellen de onderzoekers van ArboNed. Roelen pleit ervoor dat werkgevers meebetalen aan behandelingen. “Een verzuimdag kost de werkgever gemiddeld 250 euro per dag. Psychisch verzuim duurde in 2013 gemiddeld 180 dagen, dan is niets doen geen optie.”

ArboNed onderzocht het ziekteverzuim van ruim een miljoen medewerkers. Vakbonden FNV, CNV en Vakcentrale MHP hebben laten weten zich zorgen te maken om de arbeidsomstandigheden van personeel. Werkgevers zouden daarvoor te weinig aandacht hebben, waardoor onnodig veel beroepsziekten en ongevallen op het werk veroorzaakt worden.

Bron: pwdegids.nl

Een droom valt in duigen – en hoe verschillend je daarover kunt denken.

droomhuis Ik was een beetje van slag. Zojuist had ik een Zweedse serie bekeken over mensen die hun droomhuis bouwen. In deze aflevering kwam een hartstikke leuk stel aan bod. Ze hadden een prachtige kavel weten te bemachtigen met uitzicht op zee. Het huis wat ze daar wilden bouwen was met recht een dróóm, inclusief zwembad. Ze hadden nog meer toekomstplannen: over een aantal maanden zouden ze trouwen en een grote bruiloft geven met alles erop en eraan. Twee vrolijke kinderen hadden ze, we zagen ze met vader en moeder een balspel spelen. Het perfecte plaatje. De man was timmerman van beroep en werkte hard aan het huis. Telkens zagen we scenes die een paar maanden na elkaar gemaakt waren. De droom kwam steeds dichterbij. Totdat hij uiteen spatte. Het hartstikke leuk stel ging scheiden. Uh? Scheiden? Helemaal precies kon ik het niet verstaan, maar genoeg om te begrijpen dat het niet meer ging tussen hen. Ze kozen ervoor het huis af te bouwen en het dan te verkopen. De vrouw had het er zichtbaar moeilijk mee. De man lachte het wat schutterig weg: ‘Ach, zulke dingen gebeuren nu eenmaal’.

Het huis werd een plaatje zo mooi, de droom werd verkocht. En ik was wat van slag. Ik vond het nogal wat, een tv-ploeg je droom vast laten leggen, grootse plannen voor een bruiloft die niet doorging, hard werkend om het huis af te bouwen… voor een ander. Zó sneu! Toen ik er met mijn man over praatte, zei hij doodleuk: ‘Ja, sneu voor die mensen. Tja, gebeurt nu eenmaal, zulke dingen.’ Op een toon van ‘jammer, klaar ermee’. Ik was er helemáál nog niet klaar mee! Natuurlijk gebeuren zulke dingen. Maar hoezo? Waarom zo? En zo’n schitterend huis samen willen bouwen, de dromen die ze hadden, dat leuke gezin… ‘Vind jij het dan niet náár voor die mensen?’ vroeg ik. ‘Ja, zeker is het naar voor hen, maar het leven gaat door’. Precies wat de man van het gezin ook al zei. Natuurlijk, dat zijn dingen die ik ook wel weet, en het is ook waar. Maar minstens zo waar is het dat het dat gezin heel veel doet. Niet alleen het droomhuis viel in duigen maar ook 4 levens moeten opnieuw beginnen.

denkvoorkeurenHet viel me op dat mijn man heel nuchter de situatie bekeek en dat ik veel meer bezig was met de emotionele impact. Hoe verschillend kun je denken! Juist daardoor ontstaan vaak misverstanden tussen mensen. Hoe simpel is het om mij voor emotionele zielepiet uit te maken en mijn man voor afstandelijke koude kikker, die ‘doodleuk’ iets zegt. Als we kunnen zien van waaruit een ander reageert, kunnen we vaak meer begrip voor een ander opbrengen. Je hoeft niet hetzelfde te denken, je hoeft niet hetzelfde te voelen, je hoeft ook niet goed te keuren wat een ander doet. Elkaar begrijpen maakt het leven wel veel eenvoudiger. In mijn praktijk werk ik o.a. met het principe van de denkvoorkeuren, waarvan Sperry en Mac Lean aan de basis stonden. Mensen hebben verschillende voorkeuren in hun manier van denken en van waaruit ze reageren. In het geval van mijn man voert een nuchtere, feitelijke en analytische denkvoorkeur de boventoon. Hij heeft zeker empathie maar dat komt meer op de tweede plaats. In mijn geval is mijn eerste insteek empathie en kan ik van daaruit naar een meer analytische reactie.

Onder stress hebben we allemaal de neiging onze denkvoorkeuren nog meer in te zetten en vooral daarop te gaan varen. Het mooie vind ik dat al die denkvoorkeuren bij elkaar juist aanvullend werken. Voor een team is het bijvoorbeeld heel goed als mensen een verschillende insteek hebben. En ik denk… voor een relatie ook.

 

 

 

“Ziet u uzelf al aan een brandladder hangen?”

brandend huisWe kregen de brandweer op bezoek. Ons huis zou geïnspecteerd worden op brandveiligheid. Omdat zowel Bert als ik kantoor aan huis hebben, leek het een goede gedachte om een deskundig brandweer-oog eens te laten kijken of ons gezin (en onze cliënten) wel veilig het huis uit zouden kunnen vluchten bij brand. Brandweervrouw Hilde Slagers van het Team Brandveilig Leven van Brandweer Twente, maakte een afspraak. We waren benieuwd! Zelf hadden we het idee dat ons huis wel redelijk brandveilig was. Bijna overal hangen rookmelders, we hebben een vluchtplan wat we zo af en toe met de kinderen doornemen, er zijn geen obstakels in de vluchtwegen en aan kleine dingen zoals een blusdeken hebben we ook gedacht. Ik twijfelde alleen nog over een brandladder, zo’n touwladder die je uit het raam gooit en waarmee je jezelf al slingerend en bungelend in veiligheid zou kunnen brengen. Zou dat iets zijn om aan te schaffen? Van tevoren moesten we een vragenlijst invullen, deze nam Hilde met ons door. Daarna liep ze met ons alle vertrekken van het huis door. Ik kan het iedereen aanraden, dat is ook de reden dat ik het deze keer over de brandweer wil hebben, toch een wat andere vorm van stress.

Eerlijk gezegd verwachtte ik dat het grotendeels wel in orde zou zijn. Dat was het ook, maar Hilde zette wél de puntjes op de i. ‘Mooi, dat vluchtplan’, zei ze. ‘Hebben jullie ook nagedacht wie de kinderen ’s nachts wakker maakt als ze niet wakker zijn geworden van de rookmelder?’ Nou… nee. Geen moment aan gedacht, we dachten dat de kinderen vanzelf van dat lawaai wakker zouden worden. Maar als ze net zulke vaste slapers zijn als ik…. ‘En waar verzamelen jullie je, als je bij brand buitens huis staat?’ Verzamelen? Nooit gedacht aan verzamelen. ‘Dat is makkelijk en veilig’, legde Hilde uit. ‘Spreek samen een plek af waar jullie vanaf de straat te zien zijn en ga daar dan allemaal bij elkaar staan. Zo weet je direct of iedereen er is en zo kan de brandweer jullie in één oogopslag zien.’ Fantastische tip. ‘En trouwens, hebben jullie wel aan de hond gedacht? Wie neemt de hond mee naar buiten?’ Nee, ook niet aan de hond gedacht dus…

Ook de vraag of we een brandladder moesten aanschaffen werd goed doorgesproken. Van belang is dat deze goed bevestigd wordt. ‘Ziet u uzelf al aan een brandladder hangen?’ Ja, dan gaat mijn fantasie de vrije loop. Dan zie ik mezelf in pyama, in dikke rookwolken, lenig over de vensterbank springen en als een acrobaat naar beneden zeilen. Ik hoor de kinderen van beneden roepen ‘Ja, mama, gaat góed! Nog een klein stukje… jaaaa….spring er nu maar af!’ Vreemd eigenlijk, ik denk nooit dat ik mijn bril niet zal kunnen vinden, dat het raam niet open wil, dat ik helemaal geen acrobaat ben maar meer type stijve hark, dat ik door de rook overmand niets meer kan zien, dat ik in paniek zal raken, of weet ik het wat mensen doen als er brand is. Self enhancement heet dit positieve denken in psychologische termen trouwens.

brandweervrouw hilde slagersIn ons huis leek een brandladder niet direct nodig mits de rookmelders op de goede plek hangen. En werken natuurlijk. ‘Er is dan voldoende tijd om een veiliger vluchtweg te kiezen’, meende ze. Zo spraken we veel zaken met elkaar door. Al met al een heel zinvol uurtje! De adviezen werden ons een paar dagen later per post toegestuurd. Super.

Wellicht goed te weten: het bezoek van een deskundige brandweerman of -vrouw is gratis en er is geen controle of je de adviezen ook hebt opgevolgd. Heb je interesse? Neem dan contact op met Hilde Slagers, h.slagers@brandweertwente.nl