Hoe is het om hooggevoelig te zijn?
In gesprek met HSP’ers die werken in het onderwijs
“Weet je Hetty, wat ik zó lastig vind om mee om te gaan? Als iemand me iets vertelt, met een probleem worstelt… dan houdt dit me lang bezig. Het kost me vaak zelfs méér energie dan degene die het probleem zelf heeft!” We schoten er allemaal om in de lach. Iemand heeft zijn hart gelucht en zij liep er nog dagen mee rond… het was zó herkenbaar. Slecht nieuws komt bij HSP’ers keihard binnen en houdt hen lang bezig. Het is zo moeilijk om los te laten.
Ik was benieuwd hoe het op hun werk ging in het onderwijs. Een docente vertelt dat ze als lerares in het basisonderwijs ontdekte dat ze hooggevoelig was. Zij vindt het best wel eens lastig, hoe heerlijk ze haar werk ook vindt. “Ik voel de leerlingen snel aan, de stemming in de klas, waar knelpunten liggen. Daar kan ik snel op in spelen. Alleen, dit kan me ook weer veel energie kosten omdat ik veel dingen zie en voel, ik blijf erover nadenken en kan het soms moeilijk loslaten. Mijn betrokkenheid bij de leerlingen en hun ouders kan té groot worden, dat heb ik nu steeds beter door. Het gaat soms ten koste van mijzelf.”
Voor iedereen was het een zoektocht uit te vinden hoe ze het best met gevoeligheid om kunnen gaan. Ieder heeft zo zijn eigen ‘strategie’ ontwikkeld. “Ik ga tegenwoordig juist vroeger óf later boodschappen doen, dan is het namelijk rustiger in de winkels.” Een ander vertelt: “In een restaurant zoek ik graag een plekje aan de zijkant en het liefst met de rug naar mensen toe.” Vakanties worden wat meer aangepast: “Tijdens vakanties ben ik graag in de natuur. Als ik in de drukte ben, voel ik me ongemakkelijk, dan wil ik het liefst weg. Niet naar drukke oorden, niet naar een grote stad, dat overweldigt me. ”
Als HSP’er zijn ze allemaal gesteld op rust in huis, stilte. Met een gezin is dat natuurlijk wat lastiger. “Nee, ik heb nooit een radio aan”, vertelt een docente. Ik houd ook niet zo van tv, tenminste niet die drukke programma’s en als er geweld op tv is, wend ik mijn hoofd af en doe mijn oren dicht. Echt, ik vind dat vreselijk.”
HSP’ers voelen anderen als vanzelf aan en hebben snel door waar anderen behoefte aan hebben. De valkuil is dan ook dat zij graag aan die behoeftes willen voldoen. “Ik vind het fijn om anderen te helpen. Een fijn gesprek hebben, iets aanreiken waardoor je een ander kunt helpen. Mensen voelen zich snel op hun gemak bij mij. Je kunt een luisterend oor zijn, maar ook als er een conflict dreigt, kun je dit in goede banen leiden. De harmonie bewaken, dat zit gewoon in mijn bloed.” De anderen knikken instemmend.
We kwamen tot de conclusie dat het soms zinvol is om je bewust af te sluiten van je omgeving. “Een klein beetje “egoïstisch” zijn”, noemde iemand dat, “daar waar het kan, om jezelf te beschermen, omdat het anders ten koste van jezelf, van je eigen energie, gaat.”
Een vergeten hobby
Ik ben helemaal vrolijk nu ik dit stukje typ. Ik heb namelijk zojuist mijn rugzak gepakt. Die grote. Die meeging op reis in India, die meeging toen ik het Pieterpad wandelde. Die.. ja, dié rugzak. Oh, wat roept dat ineens herinneringen op! Toen ik kinderen kreeg, schoof de rugzak steeds verder naar achteren op zolder. Toch heb ik hem altijd bewaard. En nu heb ik hem weer tevoorschijn gehaald! Morgen ga ik met m’n kinderen een stukje van het Overijsselpad lopen. De kinderen voor het eerst, zelf met hun eigen rugzak. We gaan wild kamperen in het bos, of we proberen te overnachten bij een boer. (Kan dat eigenlijk nog wel of ben ik nu echt antiek?) Ik ben heel benieuwd wat mijn kinderen van de tocht vinden. Eerlijk gezegd was het idee afkomstig van mijn zoon. Hij heeft de serie ‘De langste dag’ gezien en zag jongeren getraind worden tot soldaten, zoals in de Tweede Wereldoorlog. Nou, dat leek hem ook wel wat. Mijn dochter vond het natuurlijk ook wel stoer en omdat we allemaal stoer zijn, gaat de tocht morgen beginnen.
Wat ik van mijn eerste tochten heb onthouden, is dat die rugzak aan het eind toch wel écht óntzéttend zwáááár is… maar ook: hoe heerlijk het gebakken ei met spek ’s morgens smaakte, de koffie onderweg op de spiritusbrander, de mooie ervaringen en mensen die ik onderweg tegen kwam.
Zo, herinneringen ophalend, legde ik een linkje naar het gesprek wat ik vanmorgen in mijn praktijk voerde. Dat we allemaal zo snel in de tredmolen van het leven stappen, de dagelijkse routine, er zijn vaak zoveel dingen die ‘moeten’. Maar van wie moeten die ‘moet-dingen’ eigenlijk? Toch van ons zelf? In stressvolle tijden ben je geneigd alsmaar door te gaan en maar door te gaan. Het lijkt alsof je geen ontspanning kunt nemen. Alle leuke, sociale dingen geven mensen dan één voor één op. De ‘moet-dingen’ gaan voor. Voor je het weet is er steeds minder tijd om er eens even tussenuit te stappen. En dát ga ik morgen dus eens letterlijk doen: ik stap eruit!