Laatste berichten

Onderzoek: werkdruk vraagt meer aandacht. Doe de test!

Werkdruk en werkstress is hoog.Werkgevers moeten meer aandacht besteden aan de aanpak van werkdruk, agressie en ongewenste omgangsvormen. Dit blijkt uit controles van de Inspectie SZW tussen augustus 2016 en maart 2017.

De Inspectie controleerde of werkgevers bij incassobureaus, beveiligingsorganisaties, onderwijsorganisaties en gerechten voldoende maatregelen treffen om psychische klachten bij hun werknemers te voorkomen. In de periode augustus 2016 – maart 2017 voerde de Inspectie SZW zo’n 70 inspecties uit. Zij constateerde in totaal 345 overtredingen op het gebied van de aanpak van psychische klachten. Bij 80 procent van de geïnspecteerde organisaties was sprake van één of meer overtredingen. De Inspectie is daarom van oordeel dat de organisaties meer werk moeten maken van de aanpak van psychosociale arbeidsbelasting (PSA).

Psychische klachten en werkdruk kosten veel geld

De omgang met collega’s en cliënten kan veel invloed hebben op hoe iemand zich voelt. Dat geldt al helemaal als er sprake is van pesterijen, geweld, discriminatie of seksuele intimidatie. Dit kan ernstige lichamelijke en psychische klachten teweegbrengen bij werknemers. Bovendien kost dit alles werkgevers en de maatschappij veel geld. Hoge werkdruk kan een bron van werkstress vormen. De werkgever is verplicht om grensoverschrijdend gedrag en werkdruk te voorkomen. Ook hebben werknemers daarin zelf een  verantwoordelijkheid.

Test nu zelf!

Klik op onderstaande link om zelf te testen of er sprake is van werkstress. Er is een test voor werknemers én een test voor organisaties: https://szw.clients.vellance.net/

bron: Arbo-online.nl

Voor Marco van Basten even geen voetbal

Marco van BastenEen tijdje geleden las ik in de krant dat Marco van Basten in goed overleg met het bestuur van voetbalclub AZ een paar weken niet zou werken en een belangrijke wedstrijd over zou slaan. Hij voelde zich niet zo fit. Van Basten neemt rust om zo minder last te hebben van hartkloppingen. In het krantenartikel stond ter verklaring dat de vader van Marco deze zomer was overleden. Hoewel hartkloppingen diverse oorzaken kan hebben, kan ik me voorstellen dat het te maken heeft met de periode van overlijden en rouw.
En eerlijk gezegd, hoe naar en verdrietig dit voor Van Basten ook is, ik was eigenlijk wel blij met dit bericht. Het laat zien dat we geen machine zijn, dat werk en privé niet altijd te scheiden zijn. Een overlijden van iemand die je lief en dierbaar is, hakt erin. Het verwerken van rouw en verdriet heeft tijd nodig. Ook als je Marco van Basten bent.
Vroeger dachten we dat de rouw strikte fases kende. Eerst de fase van shock en ongeloof. Je kunt het gewoonweg niet bevatten. Deze duurt enkele uren tot enkele dagen.
De volgende fase is de fase van ontkenning. Bij een scheiding of overlijden verwacht je dat de ander elk moment terug zal komen, dat deze er nog is, dat het een boze droom is. De volgende fase duurt het langst en is het moeilijkst, die van depressie en radeloosheid. Mensen kunnen apathisch worden en alle belangstelling voor het leven verliezen. Het is hun niets meer waard zonder de ander. De glans van het leven verdwijnt, waar leef je nog voor? Contacten met andere mensen kunnen minder worden, wie wil er tijden na het overlijden nog praten over de ander? Iedereen kent immers de verhalen al? Het verdriet moet nu maar eens over zijn, wordt soms gezegd, pak je leven toch op en ga toch leuke dingen doen. Door zulke opmerkingen, ook al zijn ze goed bedoeld, durven rouwenden nog nauwelijks over hun verdriet of gemis te praten, raken ze meer in zichzelf gekeerd en kunnen contacten met anderen gaan mijden. Een sociaal isolement ontstaat en juist dat hebben mensen die in rouw zijn niét nodig! In een periode van rouw moeten zij leren aanvaarden dat de ander er niet meer is. De pijn en het verdriet niet wegstoppen maar het er laten zijn, hoe zeer dit ook doet. Daarna komt de fase waarin het leven weer opgepakt wordt. Dat wordt een ánder leven omdat de ander er niet meer is. Je moet wennen aan dit leven, gaat misschien andere dingen doen. Tenslotte komt aan de rouw een eind, de overledene of ex krijgt een plaatsje in je leven, het doet minder pijn eraan te denken.
Tegenwoordig wordt gedacht dat deze fases in elkaar overlopen en ook niet precies in deze volgorde hoeven plaats te vinden. Er is geen regel hoe mensen moeten verwerken, bij de een gaat het anders dan bij de ander. Over het algemeen wordt de pijn minder en kunnen mensen na verloop van tijd hun leven weer oppakken. Dat wil niet zeggen dat het verdriet dan voor altijd weg is, soms kan het terugkomen bij gebeurtenissen of herinneringen. Dat is niet vreemd, dat hoort erbij.
Geweldig om te lezen dat het bestuur van AZ Marco van Basten rust gunt om te herstellen. Of zoals Earnest Stewart, directeur voetbalzaken, het verwoordt: “Voetbal is heel belangrijk maar een goede gezondheid staat voorop”.

Laat je niet tegen houden door ‘wat hoort’

carriere-veranderingOnlangs raakte ik in gesprek met een jonge man. Een gevierd ondernemer. Op de helft van zijn carrière, zou je kunnen zeggen. Prachtige studies gedaan, intelligent mens, aardige en warme persoonlijkheid. Maar hij was niet gelukkig. Want dit leven, op deze manier nog dertig jaar doorploeteren, hij had er geen zin in.
Een tijdje terug sprak ik een vrouw met pit, een veertigster. Een prachtige vrouw om te zien, krachtige uitstraling. Ze werkte toch zeker 60 uur in de week bij een van de grootste bedrijven in Nederland. En in een functie waar menigeen alleen van kan dromen. Ze was getrouwd en had een paar kinderen die op de basisschool zaten. En natuurlijk, als de school een moeder nodig had, dan probeerde ze alles zo te plooien dat ze van de partij kon zijn. Ze was niet gelukkig. Dit werk nog jaren op deze manier doen, ze zag het niet meer zitten.
En gisteren sprak ik een man van middelbare leeftijd. Hij vertelde me dat hij tegen zijn baas had gezegd dat ze hem wel mochten ontslaan bij de volgende reorganisatie. Hij wilde niet meer. Een super-sales-manager die niet meer wilde ‘salen’. ‘Iedereen verklaart me voor gek’, zei hij, ‘in deze tijd, op mijn leeftijd, ontslag nemen. Maar ik doe het toch. En blíj dat ik me voel!’ En waarachtig, hij straalde ervan.
Zomaar een paar voorbeelden van mensen die ik in vrij korte tijd sprak. Mensen die, als je er zo oppervlakkig tegenaan kijkt, alles hebben wat een mens maar kan denken. Een superbaan, een bijbehorend salaris, meedraaien in de top van het bedrijfsleven en met alle drie ging het thuis ook nog prima. Wat wil een mens nog meer? Zou je denken.
Ik denk dat zij niet méér wilden maar juist minder. Minder competitie, minder strijd, minder stress, minder uren. Kortom: meer balans in leven en werken.
Uiteindelijk kozen ze er alledrie voor om hun baan op te zeggen. Met hun talenten iets anders te gaan doen wat in deze fase van hun leven beter bij hen past. Zij gaven nogal wat op: hun gevierde status, hun behoorlijke inkomen, zekerheid. Ze kregen er iets voor terug: vrijheid, de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen in een richting die ze graag wilden. Het mooie vind ik dat ze alledrie zich niet tegen lieten houden door ‘wat hoort’ en door wat ‘men’ vindt. Nee, zij kozen hun éigen weg. Ondanks alle goedbedoelde adviezen, verbazing en verbijstering van de omgeving. Dat vraagt moed en zelfvertrouwen. Maar… het kán wel!

 

Meer doen in minder tijd (Time-management-tips deel 2)

meer doen in minder tijdToen ik uit India terug kwam, had ik mezelf vast voorgenomen om niet meer te rennen. Niet meer met grote passen naar het kopieerapparaat snellen, niet meer gauw even bij een collega langs. Ik geloof dat ik het nog geen week vol hield en toen regeerde de waan van de dag al weer en liep ik weer op een ‘drafje’. Het is natuurlijk erg lastig om rustig te lopen als je hele agenda vol staat. Je zit vol adrenaline en je wilt presteren. Je denkt dat je al je werk af gaat krijgen door als maar door te gaan. Dat werkt niet zo: door te stressen verhoog je nóg meer je stressniveau. Je krijgt niet méér maar juist mínder gedaan. Dus hoe tegenstrijdig het ook lijkt: jaag jezelf niet op maar ‘calm down’. Je komt door te stressen in een vicieuze cirkel, immers je krijgt minder gedaan maar moet er veel harder voor werken.

 Hieronder tref je een aantal tips die jou kunnen helpen om je tijd beter te managen.

 – Plan een buffer in je week om je achterstand weg te werken. Dus elke week bijvoorbeeld een dagdeel vrij houden om rustig door te kunnen werken en je werk af te maken.

– Stel vervelende klussen niet uit maar doe ze nu. Bel de lastige cliënt, werk je administratie bij, het geeft je een goed gevoel de nare klussen gedaan te hebben en je hoeft er niet meer tegenop te zien, dat scheelt energie.

– Hoe voller je hoofd is, hoe minder creatief je bent. Stop dus minder in je hoofd en meer op papier of in je computer.

– Handel email op vaste tijdstippen van de dag af. Beantwoord de mail. Ruim ze daarna op: delete of bewaar ze op een plek waar ze horen. Als je email stuurt, is het voor een ander handig als je bij het onderwerp invult waar het over gaat. Een ander hoeft dan niet eerst je hele mail te lezen om eindelijk onderaan je vraag te lezen. De andere tip die hierin verborgen zit: houd het kort.

– Als je niet veel tijd hebt voor een gesprek, geef dit dan van tevoren aan. Zeg ‘ik heb 10 minuten en dan moet ik echt weg’. Dat is duidelijk voor een ander maar ook voor jezelf. Je kunt natuurlijk altijd een vervolgafspraak maken.

 – Sla geen pauzes over. Ik heb het zelf natuurlijk ook gedaan, maar wijs is het niet. Neem pauze om te eten, te drinken en rustig naar het toilet te gaan. Je doet nieuwe energie op en kunt je daarna beter concentreren op de taken die er liggen. Even rustig door je buik ademhalen tijdens de pauze is ook een slimme zet: je geeft je lichaam en je hersenen zo meer zuurstof.

 – Geef zelf je grens aan. Vaak hebben anderen niet in de gaten dat je te veel werk hebt of te druk bent. Zeker niet als iedereen weet dat jij nooit nee zegt en alles aan kunt. Je zult een constante aanvoer van werk hebben. Jij bent zelf degene die moet aangeven wat jouw grens is.

 

Er is ook zóveel te doen! (Timemanagement-tips deel 1)

Timemanagement werkt ontstressend‘Hoe stom kon ik zijn’, zei een directeur die ik laatst sprak. ‘Ik wist wel dat het weekend was, maar wat me te binnen schoot vond ik belangrijk. Dus heb ik op zondag een mailtje naar een groep mensen van mijn werk verstuurd. Binnen het kwartier kreeg ik van van de meesten bericht terug.’

Een vrouw vertelde dat ze haar werkmail checkte voordat ze naar haar werk ging en tijdens haar ontbijt al een groot deel van de mail wegwerkte. ‘Nooit gedacht dat ik dat zou gaan doen en ik vind het ook niet goed van mezelf maar ik heb zóveel werk en dan is het fijn dat dit al gedaan is.’

Veel mensen hebben altijd het gevoel tijd tekort te komen. Je collega vraagt je dit en je leidinggevende vraagt je dat. Zelf zou je nog graag bezig willen met een andere taak die er ook al een tijdje ligt. En eigenlijk had alles gisteren al gedaan moeten zijn. Je probeert de meest belangrijke zaken eerst te doen maar de minder belangrijke zaken kunnen óók niet eeuwig wachten. Tussendoor komen allerlei ‘futiliteiten’ zoals een paar handtekeningen zetten, een gesprek met een collega die het thuis niet makkelijk heeft. Daar gáát je tijd… daar gáát je planning…

Beter met je tijd omgaan kan je een hoop stress schelen. Timemanagement kan je helpen om weer grip op de zaak te krijgen. Maak daar een gewoonte van! Bij echte overbelasting is timemanagement overigens niet genoeg. Dan is het tijd om te kijken of er niet teveel taken op je bordje liggen. En zo ja, pak dat dan aan. Daar kom ik in een volgend stukje op terug.  Bij timemanagement kijk je of je je werk handig en efficiënt aanpakt. Dat is de eerste stap: de goede dingen goed doen. Begin met onderzoeken of de werkzaamheden die je doet wel kloppen met de taken die in je functieomschrijving staan. Je zult niet de eerste zijn die allerlei taken erbij doet en daardoor nauwelijks aan je eigenlijke werktaken toe komt. Mocht dat zo zijn dan is het tijd om (met je leidinggevende) te bepalen wat je werkelijke taken zijn en waar voor het management prioriteiten liggen.

Het is belangrijk om elke morgen 5 minuten te nemen om het werk wat die dag gedaan moet worden op een rij te zetten. Je weet natuurlijk best wat er allemaal gedaan moet worden maar al die kleine taakjes die je vooral niet wilt vergeten, geven veel onrust in je hoofd. Zet alles op ‘het papier van de dag’. Op dit papier schrijf je wat je vandaag écht gedaan wilt hebben. Stel hierin prioriteiten. Bedenk bij elke taak die je opschrijft of je die werkelijk vandaag moet doen. Mag het ook later?

Plan één zaak die je die dag wilt afmaken. Maar één? Ja maar één. Wees realistisch in wat je kunt doen op één dag. Zo bezig zijn, geeft rust en overzicht. En wegstrepen wat klaar is, is natuurlijk een heerlijk gevoel!

Gebruik je agenda om te plannen en plak niet overal memo-stickers. Die memootjes raken kwijt en geven chaos op je werkplek en chaos in je hoofd.

Doe de dingen waarvan je denkt ‘oh, help, géén zin in, kan nog wel wachten’ het eerst.

Hak grote klussen in stukken.

Vind je iets lastig? Ben je ergens niet zo goed in? Vraag om advies! Overleg met anderen die er wél goed in zijn. Jij leert ervan en anderen vinden het meestal leuk om hun kennis en ervaring te delen.

Vijf minuten voor je naar huis wilt gaan, is het handig om je werkdag te ‘sluiten’. Je bekijkt je ‘papier van de dag’ en bekijkt wat er nog te doen is. Schrijf dit op voor morgen. Dit geeft meer grip en overzicht.

 

Gewoontes veranderen

gewoontes veranderenSta je onder stress dan is het moeilijker om je impulsen te onderdrukken. Je geeft sneller toe aan ‘de verleiding’ toch die sigaret pakken terwijl je wilde stoppen, nog maar een glaasje wijn te nemen terwijl je eigenlijk vond dat je genoeg had gedronken. En die koek, die at je zo ineens op. Je weet natuurlijk best dat die sigaret niet moet, dat dat glaasje wijn niet de bedoeling is, om over de koek maar te zwijgen. En toch dóe je het. Waarom? Dat ligt aan de manier waarop onze hersenen werken. Aan de basis ligt altijd een prikkel, een aanleiding: iets zet je gedrag of gedachten in werking. Misschien is roken voor jou ontspanning en zit je nu in een gespannen situatie, misschien geeft alcohol je een los gevoel en wil je daarmee de spanning van je af laten glijden. En die koek, de laatste op het bord ligt er zo verleidelijk bij en je wéét hoe lekker die is. Die heb je wel verdiend. Als dit vaker gebeurt, ontstaat een gewoonte. Onze hersenen zijn gevoelig voor ‘beloning’, alles wat ons een goed gevoel geeft, is een beloning. Pubers zijn overigens helemaal supergevoelig voor ‘beloning’. De prikkel die ons aanzet om iets te doen, ook al vinden we die prikkel niet zo verstandig, kunnen we niet wegnemen. Wat we wél kunnen doen, is het middel dat zorgt voor het beloningsgevoel, vervangen. In plaats van een sigaret te pakken, kun je ook iets anders nemen wat je lekker vindt, bijvoorbeeld een paar nootjes of een worteltje. Dat gaat jammer genoeg niet vanzelf. Nieuwe gewoontes zul je jezelf aan moeten leren. Inderdaad, door het te gaan doen. Onze hersenen leren net zo makkelijk goede als slechte gewoontes aan. Zij maken geen onderscheid tussen goede en slechte gewoontes aanleren. Jij wél!

 

Ontspannen door maar 1 minuutje te mediteren, ook voor ‘dummies’

konijn ontspannenOntspannen door maar 1 minuutje te mediteren, wie zou dat niet willen? Zelfs zonder dat je in speciale ‘knopen’ moet gaan zitten, het is overal te doen. Ideaal lijkt me. Martin Boroson heeft een mooi filmpje hierover gemaakt:  One moment meditation. Geen bodyscans, geen ingewikkelde dingen, slechts 1 minuutje ‘niks’. Ik raad je aan om even 5 minuten te nemen om naar dit filmpje te kijken en mee te doen. Ook geschikt voor mensen die niet kunnen mediteren! Het is in het engels, maar niet zulk moeilijk engels hoop ik. En persoonlijk vind ik de tekeningetjes veelzeggend en erg leuk!

Werknemers hebben vaker last van stress

Werknemers melden zich minder vaak ziek, maar hebben vaker last van psychische klachten. Die zouden in de meeste gevallen veroorzaakt worden door stress. Dat blijkt uit een analyse van ArboNed. Het gemiddeld ziekteverzuim lag zowel begin als eind 2013 op 3,8 procent. In 2012 lag het percentage op 4,1 procent.

Ziekteverzuim blijft geforceerd laag

Volgens bedrijfsarts bij ArboNed Corné Roelen hebben werknemers nog weinig vertrouwen in de arbeidsmarkt, waardoor het verzuim geforceerd laag blijft. “Als de werknemers het weer voor het kiezen hebben op de arbeidsmarkt, zal het verzuim stabiliseren of zelfs weer stijgen”, aldus de arts. De werknemers die zich ziek melden, hebben vaker dan voorheen last van psychische kwalen. Het percentage medewerkers dat thuisbleef met dat soort klachten lag in 2012 op 29 procent. Vorig jaar steeg dat naar 35 procent.

‘Werkgever moet meebetalen aan behandeling personeel’

Het psychisch verzuim heeft voor driekwart te maken met stress, zowel door werk- als privé-omstandigheden. Hulp wordt vaak niet gezocht omdat de werknemer die niet kan betalen, stellen de onderzoekers van ArboNed. Roelen pleit ervoor dat werkgevers meebetalen aan behandelingen. “Een verzuimdag kost de werkgever gemiddeld 250 euro per dag. Psychisch verzuim duurde in 2013 gemiddeld 180 dagen, dan is niets doen geen optie.”

ArboNed onderzocht het ziekteverzuim van ruim een miljoen medewerkers. Vakbonden FNV, CNV en Vakcentrale MHP hebben laten weten zich zorgen te maken om de arbeidsomstandigheden van personeel. Werkgevers zouden daarvoor te weinig aandacht hebben, waardoor onnodig veel beroepsziekten en ongevallen op het werk veroorzaakt worden.

Bron: pwdegids.nl

Een droom valt in duigen – en hoe verschillend je daarover kunt denken.

droomhuis Ik was een beetje van slag. Zojuist had ik een Zweedse serie bekeken over mensen die hun droomhuis bouwen. In deze aflevering kwam een hartstikke leuk stel aan bod. Ze hadden een prachtige kavel weten te bemachtigen met uitzicht op zee. Het huis wat ze daar wilden bouwen was met recht een dróóm, inclusief zwembad. Ze hadden nog meer toekomstplannen: over een aantal maanden zouden ze trouwen en een grote bruiloft geven met alles erop en eraan. Twee vrolijke kinderen hadden ze, we zagen ze met vader en moeder een balspel spelen. Het perfecte plaatje. De man was timmerman van beroep en werkte hard aan het huis. Telkens zagen we scenes die een paar maanden na elkaar gemaakt waren. De droom kwam steeds dichterbij. Totdat hij uiteen spatte. Het hartstikke leuk stel ging scheiden. Uh? Scheiden? Helemaal precies kon ik het niet verstaan, maar genoeg om te begrijpen dat het niet meer ging tussen hen. Ze kozen ervoor het huis af te bouwen en het dan te verkopen. De vrouw had het er zichtbaar moeilijk mee. De man lachte het wat schutterig weg: ‘Ach, zulke dingen gebeuren nu eenmaal’.

Het huis werd een plaatje zo mooi, de droom werd verkocht. En ik was wat van slag. Ik vond het nogal wat, een tv-ploeg je droom vast laten leggen, grootse plannen voor een bruiloft die niet doorging, hard werkend om het huis af te bouwen… voor een ander. Zó sneu! Toen ik er met mijn man over praatte, zei hij doodleuk: ‘Ja, sneu voor die mensen. Tja, gebeurt nu eenmaal, zulke dingen.’ Op een toon van ‘jammer, klaar ermee’. Ik was er helemáál nog niet klaar mee! Natuurlijk gebeuren zulke dingen. Maar hoezo? Waarom zo? En zo’n schitterend huis samen willen bouwen, de dromen die ze hadden, dat leuke gezin… ‘Vind jij het dan niet náár voor die mensen?’ vroeg ik. ‘Ja, zeker is het naar voor hen, maar het leven gaat door’. Precies wat de man van het gezin ook al zei. Natuurlijk, dat zijn dingen die ik ook wel weet, en het is ook waar. Maar minstens zo waar is het dat het dat gezin heel veel doet. Niet alleen het droomhuis viel in duigen maar ook 4 levens moeten opnieuw beginnen.

denkvoorkeurenHet viel me op dat mijn man heel nuchter de situatie bekeek en dat ik veel meer bezig was met de emotionele impact. Hoe verschillend kun je denken! Juist daardoor ontstaan vaak misverstanden tussen mensen. Hoe simpel is het om mij voor emotionele zielepiet uit te maken en mijn man voor afstandelijke koude kikker, die ‘doodleuk’ iets zegt. Als we kunnen zien van waaruit een ander reageert, kunnen we vaak meer begrip voor een ander opbrengen. Je hoeft niet hetzelfde te denken, je hoeft niet hetzelfde te voelen, je hoeft ook niet goed te keuren wat een ander doet. Elkaar begrijpen maakt het leven wel veel eenvoudiger. In mijn praktijk werk ik o.a. met het principe van de denkvoorkeuren, waarvan Sperry en Mac Lean aan de basis stonden. Mensen hebben verschillende voorkeuren in hun manier van denken en van waaruit ze reageren. In het geval van mijn man voert een nuchtere, feitelijke en analytische denkvoorkeur de boventoon. Hij heeft zeker empathie maar dat komt meer op de tweede plaats. In mijn geval is mijn eerste insteek empathie en kan ik van daaruit naar een meer analytische reactie.

Onder stress hebben we allemaal de neiging onze denkvoorkeuren nog meer in te zetten en vooral daarop te gaan varen. Het mooie vind ik dat al die denkvoorkeuren bij elkaar juist aanvullend werken. Voor een team is het bijvoorbeeld heel goed als mensen een verschillende insteek hebben. En ik denk… voor een relatie ook.

 

 

 

“Ziet u uzelf al aan een brandladder hangen?”

brandend huisWe kregen de brandweer op bezoek. Ons huis zou geïnspecteerd worden op brandveiligheid. Omdat zowel Bert als ik kantoor aan huis hebben, leek het een goede gedachte om een deskundig brandweer-oog eens te laten kijken of ons gezin (en onze cliënten) wel veilig het huis uit zouden kunnen vluchten bij brand. Brandweervrouw Hilde Slagers van het Team Brandveilig Leven van Brandweer Twente, maakte een afspraak. We waren benieuwd! Zelf hadden we het idee dat ons huis wel redelijk brandveilig was. Bijna overal hangen rookmelders, we hebben een vluchtplan wat we zo af en toe met de kinderen doornemen, er zijn geen obstakels in de vluchtwegen en aan kleine dingen zoals een blusdeken hebben we ook gedacht. Ik twijfelde alleen nog over een brandladder, zo’n touwladder die je uit het raam gooit en waarmee je jezelf al slingerend en bungelend in veiligheid zou kunnen brengen. Zou dat iets zijn om aan te schaffen? Van tevoren moesten we een vragenlijst invullen, deze nam Hilde met ons door. Daarna liep ze met ons alle vertrekken van het huis door. Ik kan het iedereen aanraden, dat is ook de reden dat ik het deze keer over de brandweer wil hebben, toch een wat andere vorm van stress.

Eerlijk gezegd verwachtte ik dat het grotendeels wel in orde zou zijn. Dat was het ook, maar Hilde zette wél de puntjes op de i. ‘Mooi, dat vluchtplan’, zei ze. ‘Hebben jullie ook nagedacht wie de kinderen ’s nachts wakker maakt als ze niet wakker zijn geworden van de rookmelder?’ Nou… nee. Geen moment aan gedacht, we dachten dat de kinderen vanzelf van dat lawaai wakker zouden worden. Maar als ze net zulke vaste slapers zijn als ik…. ‘En waar verzamelen jullie je, als je bij brand buitens huis staat?’ Verzamelen? Nooit gedacht aan verzamelen. ‘Dat is makkelijk en veilig’, legde Hilde uit. ‘Spreek samen een plek af waar jullie vanaf de straat te zien zijn en ga daar dan allemaal bij elkaar staan. Zo weet je direct of iedereen er is en zo kan de brandweer jullie in één oogopslag zien.’ Fantastische tip. ‘En trouwens, hebben jullie wel aan de hond gedacht? Wie neemt de hond mee naar buiten?’ Nee, ook niet aan de hond gedacht dus…

Ook de vraag of we een brandladder moesten aanschaffen werd goed doorgesproken. Van belang is dat deze goed bevestigd wordt. ‘Ziet u uzelf al aan een brandladder hangen?’ Ja, dan gaat mijn fantasie de vrije loop. Dan zie ik mezelf in pyama, in dikke rookwolken, lenig over de vensterbank springen en als een acrobaat naar beneden zeilen. Ik hoor de kinderen van beneden roepen ‘Ja, mama, gaat góed! Nog een klein stukje… jaaaa….spring er nu maar af!’ Vreemd eigenlijk, ik denk nooit dat ik mijn bril niet zal kunnen vinden, dat het raam niet open wil, dat ik helemaal geen acrobaat ben maar meer type stijve hark, dat ik door de rook overmand niets meer kan zien, dat ik in paniek zal raken, of weet ik het wat mensen doen als er brand is. Self enhancement heet dit positieve denken in psychologische termen trouwens.

brandweervrouw hilde slagersIn ons huis leek een brandladder niet direct nodig mits de rookmelders op de goede plek hangen. En werken natuurlijk. ‘Er is dan voldoende tijd om een veiliger vluchtweg te kiezen’, meende ze. Zo spraken we veel zaken met elkaar door. Al met al een heel zinvol uurtje! De adviezen werden ons een paar dagen later per post toegestuurd. Super.

Wellicht goed te weten: het bezoek van een deskundige brandweerman of -vrouw is gratis en er is geen controle of je de adviezen ook hebt opgevolgd. Heb je interesse? Neem dan contact op met Hilde Slagers, h.slagers@brandweertwente.nl