Laatste berichten

Vergeten afspraken vragen om actie

Vroeger wist ik al mijn afspraken uit mijn hoofd. Ik wist ook precies op mijn werk wat ik moest doen, in welke volgorde, wat prioriteit had en wat niet. Tegenwoordig weet ik dat allemaal niet meer zo precies. Ik heb een hulpmiddel nodig: een agenda.

Daar wilde ik aanvankelijk niet aan, eerlijk gezegd. Kom zeg, ik wist toch alles wel? Maar nee, de praktijk wees anders uit… belangrijke afspraken van mezelf, ja, dat kon ik nog wel onthouden maar belangrijke dingen van de kinderen? Die kreeg ik er niet in. Dus als de schoolfotograaf kwam, hoorde ik dat pas als ze thuis kwamen en de foto reeds gemaakt was… oei, vergeten! En hadden ze nu wel of niet vandaag gym op school? Tijd dus om er iets aan te doen!

Ik heb een papieren agenda aangeschaft (naast m’n digitale) waarin alle afspraken van het gezin genoteerd worden. Die agenda ligt open in de woonkamer, altijd te zien.

Een agenda betekent ook: plannen. Zoals je vast al van mij weet, vind ik het belangrijk dat je je tijd ruim plant. Dus bedenk dat je tijd nodig hebt om je sleutels te zoeken, te tanken, om te rijden, een praatje na afloop van de vergadering te maken, enz. En als je toch aan het plannen bent… plan dan voor jezelf ook een paar momenten in waarop je niets hoeft.

Daarnaast heb ik een whiteboard gekocht. Dat bord hangt in de keuken en ziet iedereen altijd, kan niet meer misgaan! Daar schrijf ik de bijzonderheden op waar we écht aan moeten denken. Ik niet alleen trouwens… laatst stond er in hanepoten ‘pofertjes bakken!’ op.

Wat hebben pubers en opgebrande mensen gemeen?

Als ik voor de 3e keer vraag of ze haar sporttas op wil ruimen, antwoordt onze dochter voor de 3e keer ‘ja’.

Maar blijft zitten. Ze is er niet met haar aandacht bij…

Tegenwoordig hebben we pubers in huis. Er verandert veel. Niet alleen voor het kind. Ook voor ons, als ouders.

Als ik haar vraag waarom er niet wordt opgeruimd, antwoordt ze: ‘Had je me iets gevraagd dan? Oh ja! Ja, ik weet het al mam, ik was het al weer vergeten. Want weet je, vriendin X appte dat…’ en dan volgt in geuren en kleuren een verhaal over de belevenissen van vriendin X.

Het hoofd van pubers staat naar ‘leuke’ dingen en niet naar moeders die sportkleren bij de vuile was willen hebben. (Dat wordt pas belangrijk op het moment dat schone sportkleren nodig zijn.)

Ondertussen ben ik zowel burnout- als puberexpert. Ik vond het grappig te ontdekken dat een aantal kenmerken van burnout overeenkomt met de puberfase.

Bijvoorbeeld de hersenwerking. Bij pubers zorgt de wisselwerking tussen de hormoonhuishouding en de hersenfuncties voor het typische pubergedrag. Bij mensen die burnout zijn, kunnen aanpassingen in de hersenen plaats vinden waardoor het denken, emoties en gedrag kunnen veranderen. Dit ontstaat doordat een uitgeput lichaam voor een langere periode van energie voorzien moet worden om te kunnen blijven functioneren.

Aandacht en concentratie zijn, net als bij pubers, moeilijker op te brengen. Pubers raken snel afgeleid door allerlei ‘beloningen’ zoals een appje. Mensen die burnout zijn, zijn lichamelijk niet meer in staat om aandacht en concentratie op te brengen, ook al zouden ze het graag willen. Alles wordt een karwei, een last. Gras maaien, boodschappen halen, kinderen naar school brengen, zelfs sociale contacten worden uiteindelijk uit de weg gegaan omdat het teveel energie kost. Aandacht bij een boek, concentratie op het werk, dit wordt steeds moeilijker op te brengen.

Slaapstoornissen komen vaak voor bij een burnout. Is een puber nog te wakker en te actief om te kunnen slapen, mensen die burnout zijn, willen wel slapen maar kunnen vaak moeilijk in- of doorslapen omdat het langer duurt voordat hun lichaam tot ontspanning kan komen. Ze staan als het ware nog lange tijd ‘aan’ en blijven onrust voelen.

Veranderingen in stemming, bij pubers vaak met veel extreme emotionele uitingen, is ook bij mensen die burnout zijn aan de orde. Ouders kunnen vreselijk zijn voor pubers. En dan volgt soms een flinke uitbarsting. ‘Jullie zijn ook zó ouderwets! Jullie begrijpen ook écht niets!’ Mensen die burnout zijn, kunnen lustelozer, depressiever, gejaagder, emotioneler, geïrriteerder (korter lontje) zijn, soms zelfs met woede-aanvallen, reageren.

De pubertijd is een periode van los maken, zelfstandig worden, ontdekken wat bij je past. Je zou de burnout-periode ook zo kunnen zien. Als een bewustwording, jezelf los gaan maken van oude patronen die niet meer zinvol zijn. Bezinnen op wat je wél wilt, wat goed is voor jou (en daarmee voor de anderen met wie je leeft).

De herstelperiode bij een ernstige burnout kan zeker 1 á 2 jaar duren. Pubers komen pas écht goed in balans zo omstreeks hun 22e levensjaar. In beide situaties geldt: de eerste periode is het heftigst en duurt het langst maar daarna wordt het snel beter.

Voor iedereen, ouders incluis, is het een leerproces.

Schop onder de kont

levenskunst, klus, schop onder de kont, tipJe kent het vast wel, soms heb je ècht geen zin en laat je de klus die gedaan moet worden… toch maar weer even liggen. Deze week kwam ik in gesprek met een man van 96 jaar oud. Oud maar vitaal. Hij was deze winter wat aan het kwakkelen geweest en maakte nu plannen voor het voorjaar. Hij wilde er weer op uit, wandelen. Wat me opviel was dat hij zichzelf af en toe een schop onder de kont gaf. ‘Weet je Hetty, soms heb ik ècht geen zin. Dan wil ik liever blijven zitten. Maar als ik straks wil wandelen, als het wat warmer is, dan zal ik nu toch een beetje moeten oefenen want m’n spieren zijn nog zó stijf. En dan geef ik mezelf een schop onder de kont en zeg ik tegen mezelf: ‘vooruit, uit je stoel, ga oefenen!’. Hij keek me een beetje vragend aan en ik knikte hem bemoedigend toe. Hij ging verder: ‘En als ik dan geoefend heb… weet je, dan ben ik nog trots op mezelf ook! Ik heb het dan toch maar gedaan!’

Wat een fantastische levenskunst èn zelfkennis.

96 Jaar en jezelf nog een schop onder de kont geven omdat je je doel wilt bereiken! Voor mij is het een prachtig voorbeeld, een voorbeeld om te onthouden!

Ben jij in balans? Doe een simpele test en je weet het!

disbalansAls afsluiting van de week van de werkstress is het natuurlijk leuk om te weten of jij in balans bent. Daarom hieronder een eenvoudig testje. Even de cijfers bij elkaar optellen en je weet het.

De test werkt als volgt: bepaal bij elk stresssignaal uit het rijtje hieronder of je er last van hebt en zo ja hoe vaak. Geef het daarna een cijfer: 0= nooit last, 1= soms last, 2= vaak last en 3= zeer vaak last. Misschien makkelijk om even pen en papier erbij te hebben. Tel de cijfers op tot een totaalscore en kijk daarna of jij in balans bent!

Lichamelijke signalen:
Vermoeidheid of uitputting
Bonzend hart
Beven, trillen (van bijvoorbeeld je hand)
Verhoogde transpiratie
Pijnlijke nek, schouders, rug
Huiduitslag of netelroos
Hoofdpijn
Koude handen of voeten
Misselijkheid
Onrustig of gejaagdheid
Last van de maag
Sneller/vaker verkouden of grieperig
Slaapproblemen

Mentale signalen:
Lusteloosheid of tot weinig komen
Minder goed beslissingen kunnen nemen
Vergeetachtigheid
Niet meer goed kunnen nadenken
Minder goed kunnen concentreren
Rusteloosheid
Piekeren

Minder goed prioriteiten kunnen stellen
Emotionele signalen:
Je somber voelen
Gevoel van angst
Gevoel van zenuwen of paniek
Sneller geïrriteerd raken
Sneller boos
Huilbuien
Je onzeker voelen
Gedragssignalen:
Zenuwtrekken of tics
Meer eten of juist minder eten dan gewoonlijk
Overmatig drinken of roken
Onvriendelijker dan gewoonlijk
Minder communicatief
Meer misverstanden
Ongeduldiger
Meer werken (overwerken)
Regelmatige afwezigheid van werk, school etc.
Totaalscore:
0-19 Lager dan gemiddeld = zeer goed in balans
20-39 Gemiddeld = goed in balans
40-49 Iets hoger dan gemiddeld = uit balans
50 of meer Ernstig uit balans
Ben je uit balans dan weet je misschien de reden waarom. Ga niet doormodderen en blijf niet tobben: doe er wat aan! Er is er maar één die er écht iets aan kan doen en dat ben jij. Vind je het prettig om er hulp bij te hebben? Neem dan contact met mij op.

Stress? Mopperen helpt

mopperen helptWe stonden aan de afwas. We zijn het enige gezin in Nederland dat nog geen vaatwasser heeft, denk ik. Maar dat heeft ook zo zijn voordelen. Eén voordeel is dat mijn man en ik zo tijdens de afwas even bij kletsen. Gisteren was het echter geen bijkletsen. Meer ‘bij-mopperen’. Jawel, van mijn kant. Toen ik in een tehuis werkte voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen werd het me al snel duidelijk: de groepsleider waar ze het meest van hielden daar mopperden de kinderen het meest mee. Dat komt omdat ze bij diegene ruimte en acceptatie vinden, dáár kan het zonder dat de relatie op het spel staat. Bij mij gaat het dus net zo: mijn man was vandaag aan de beurt! Ik moest ’s middags naar een bijscholing waardoor ik pas heel laat in de avond thuis zou zijn, ’t kwam me heel ongelukkig uit want een dag later zou onze dochter jarig zijn en daar moest nog het een en ander voor geregeld worden. En er lag nog werk op me te wachten waarvan ik vond dat ik dat eigenlijk al gedáán had moeten hebben. Ik voelde enige druk. Tijdens de afwas begon ik te mopperen: stoom afblazen. ‘Die kinderen ook, ze wéten potverdorie dat ze hun jas op moeten hangen, waarom liggen die jassen nou onder de kapstok? Leren ze dat dan nóóit?’ Mijn man is tamelijk nuchter, dus hij zei: ‘Nee, ’t zal nog wel vaker mis gaan’. Preciés het verkeerde antwoord! Nét wat ik nodig had om nog wat stress van me af te mopperen. ‘Ze zijn al 10 jaar’, foeterde ik, ‘zó moeilijk kan dat toch niet zijn? En die Dondald Duckjes, die liggen nóg op tafel, waarom ruimen ze die nou niet gewoon even op?’ ‘Dat zal ook nog wel even duren’, zei mijn man. Even duren? Huh? Ópruimen dat spul! Nu raakte ik goed op dreef. ‘En moet je kijken naar de vensterbank! Geen mens die bedenkt dat de planten daar half verlept staan, je kunt ze hóren roepen om een beetje water!’ Nu kreeg mijn man het door: het is moppertijd. ‘Heb je nog meer?’ vroeg hij. Preciés goed! Jazeker heb ik meer: de vloer ligt vol zand, de was hangt buiten aan de lijn in de zon tot kurk te worden, ik wil zó graag in de tuin werken maar vanmiddag moet ik alwéér weg, dochter is morgen jarig en we moeten écht nog wat spullen zien te kopen, heeft onze zoon er wel aan gedacht een cadeautje te kopen? En onze keuken is ook eigenlijk véél te klein, waar moeten we ‘alles’ toch laten? (leuk hè, ‘k haalde er werkelijk álles bij!) Als ik niets meer te mopperen heb en de afwas ondertussen gedaan is, geeft hij me een knuffel en zegt: ‘wat lucht dat toch lekker op hè? Even mopperen.’ En zo is dat. Soms is even mopperen helemaal zo slecht nog niet. Laat de kleine ergernissen niet de overhand krijgen. Natuurlijk weet ik ook wel dat de kinderen de jassen meestal wél ophangen, dat de vloer vanmorgen heus al geveegd is en er nu toevallig weer zand ligt, enz. De reden voor mijn gemopper is de druk die ik voel. ’s Middags en ’s avonds weg zijn terwijl een aantal belangrijke zaken nog niet geregeld zijn. Dat kun je ook anders oplossen: goed plannen en even rustig overleggen wie wat doet. Ja, dat kan. Maar soms even niet. Helemaal niet erg. Eerst even uitmopperen en dán samen overleggen.
Je hart luchten, dat lucht letterlijk op. Geeft nieuwe energie. Het handigst is om dit te doen bij iemand die je goed kent. En vraag gewoon ‘mag ik even tegen je aan mopperen? Je hoeft alleen maar te luisteren.’ De oplossingen… die kennen we namelijk zelf wel!

Boos

negatief wijzenMijn zoon was boos. Echt boos. Op school had hij ruzie gekregen en vond de hele gang van zaken vre-se-lijk oneerlijk. We moesten niet denken dat hij…. mopperde hij. En toen kwam een heel verhaal. En de ander…. nu, je kunt wel raden, daar bleef geen spaan van heel. Toen de ergste emotie geuit was, raakten we aan de praat. Wat was er nu eigenlijk gebeurd? Het leek om een verschil van mening te gaan. In mijn optiek was dat niet alles. Wat ik erin merkte was ook dat de ander zich groot hield en ondertussen verdrietig was om de gang van zaken (bleek een paar dagen later ook zo te zijn). Wat zou een oplossing kunnen zijn? Tja… ‘Naar de ander toestappen?’ opperde hij voorzichtig. Hij had vast al een lichte hint gekregen van het Bijbelverhaal dat we eerder die dag gelezen hadden over de minste kunnen zijn. Dat leek een mooie oplossing: stap op de ander af en ga in gesprek! Bij nader inzien… hij dacht niet dat de ander met hem in gesprek zou willen. ‘Waarom dan wel niet?’ vroeg ik. ‘Toen ik hem na de ruzie voorstelde om samen naar huis te fietsen, zei hij nee…’ zei mijn zoon. Lichte teleurstelling klonk in zijn stem. Ai. Wat jammer eigenlijk. De ander had de deur dicht gedaan. En al pratend kwamen we erop dat het bij grote mensen ook vaak zo gaat. Als grote mensen ruzie hebben, gaat het vaak om iets heel kleins in de ogen van andere grote mensen. Iets wat niet zo belangrijk is. Maar het toch wél is, want een van de ruziemakers, of misschien wel allebei, voelt zich door iets wat gebeurd of gezegd is, gekwetst. Onze boosheid vertelt ons dat iets wat ons dierbaar is, aangevallen wordt en dat willen we niet, dat willen we beschermen. Grote mensen zijn niet zo goed in het goedmaken, denk ik vaak. Ik denk ook dat dat komt omdat we zo gekwetst zijn, dat doet echt pijn, of doordat we zo trots zijn en niet een eerste stap willen zetten. Of zó gekwetst dat we de waarde van die eerste stap van de ander niet willen zien. Jammer eigenlijk. Samen fietsen is toch leuker dan alleen.

 

Gewoontes veranderen

gewoontes veranderenSta je onder stress dan is het moeilijker om je impulsen te onderdrukken. Je geeft sneller toe aan ‘de verleiding’ toch die sigaret pakken terwijl je wilde stoppen, nog maar een glaasje wijn te nemen terwijl je eigenlijk vond dat je genoeg had gedronken. En die koek, die at je zo ineens op. Je weet natuurlijk best dat die sigaret niet moet, dat dat glaasje wijn niet de bedoeling is, om over de koek maar te zwijgen. En toch dóe je het. Waarom? Dat ligt aan de manier waarop onze hersenen werken. Aan de basis ligt altijd een prikkel, een aanleiding: iets zet je gedrag of gedachten in werking. Misschien is roken voor jou ontspanning en zit je nu in een gespannen situatie, misschien geeft alcohol je een los gevoel en wil je daarmee de spanning van je af laten glijden. En die koek, de laatste op het bord ligt er zo verleidelijk bij en je wéét hoe lekker die is. Die heb je wel verdiend. Als dit vaker gebeurt, ontstaat een gewoonte. Onze hersenen zijn gevoelig voor ‘beloning’, alles wat ons een goed gevoel geeft, is een beloning. Pubers zijn overigens helemaal supergevoelig voor ‘beloning’. De prikkel die ons aanzet om iets te doen, ook al vinden we die prikkel niet zo verstandig, kunnen we niet wegnemen. Wat we wél kunnen doen, is het middel dat zorgt voor het beloningsgevoel, vervangen. In plaats van een sigaret te pakken, kun je ook iets anders nemen wat je lekker vindt, bijvoorbeeld een paar nootjes of een worteltje. Dat gaat jammer genoeg niet vanzelf. Nieuwe gewoontes zul je jezelf aan moeten leren. Inderdaad, door het te gaan doen. Onze hersenen leren net zo makkelijk goede als slechte gewoontes aan. Zij maken geen onderscheid tussen goede en slechte gewoontes aanleren. Jij wél!

 

Ontspannen door maar 1 minuutje te mediteren, ook voor ‘dummies’

konijn ontspannenOntspannen door maar 1 minuutje te mediteren, wie zou dat niet willen? Zelfs zonder dat je in speciale ‘knopen’ moet gaan zitten, het is overal te doen. Ideaal lijkt me. Martin Boroson heeft een mooi filmpje hierover gemaakt:  One moment meditation. Geen bodyscans, geen ingewikkelde dingen, slechts 1 minuutje ‘niks’. Ik raad je aan om even 5 minuten te nemen om naar dit filmpje te kijken en mee te doen. Ook geschikt voor mensen die niet kunnen mediteren! Het is in het engels, maar niet zulk moeilijk engels hoop ik. En persoonlijk vind ik de tekeningetjes veelzeggend en erg leuk!

Werknemers hebben vaker last van stress

Werknemers melden zich minder vaak ziek, maar hebben vaker last van psychische klachten. Die zouden in de meeste gevallen veroorzaakt worden door stress. Dat blijkt uit een analyse van ArboNed. Het gemiddeld ziekteverzuim lag zowel begin als eind 2013 op 3,8 procent. In 2012 lag het percentage op 4,1 procent.

Ziekteverzuim blijft geforceerd laag

Volgens bedrijfsarts bij ArboNed Corné Roelen hebben werknemers nog weinig vertrouwen in de arbeidsmarkt, waardoor het verzuim geforceerd laag blijft. “Als de werknemers het weer voor het kiezen hebben op de arbeidsmarkt, zal het verzuim stabiliseren of zelfs weer stijgen”, aldus de arts. De werknemers die zich ziek melden, hebben vaker dan voorheen last van psychische kwalen. Het percentage medewerkers dat thuisbleef met dat soort klachten lag in 2012 op 29 procent. Vorig jaar steeg dat naar 35 procent.

‘Werkgever moet meebetalen aan behandeling personeel’

Het psychisch verzuim heeft voor driekwart te maken met stress, zowel door werk- als privé-omstandigheden. Hulp wordt vaak niet gezocht omdat de werknemer die niet kan betalen, stellen de onderzoekers van ArboNed. Roelen pleit ervoor dat werkgevers meebetalen aan behandelingen. “Een verzuimdag kost de werkgever gemiddeld 250 euro per dag. Psychisch verzuim duurde in 2013 gemiddeld 180 dagen, dan is niets doen geen optie.”

ArboNed onderzocht het ziekteverzuim van ruim een miljoen medewerkers. Vakbonden FNV, CNV en Vakcentrale MHP hebben laten weten zich zorgen te maken om de arbeidsomstandigheden van personeel. Werkgevers zouden daarvoor te weinig aandacht hebben, waardoor onnodig veel beroepsziekten en ongevallen op het werk veroorzaakt worden.

Bron: pwdegids.nl

Een droom valt in duigen – en hoe verschillend je daarover kunt denken.

droomhuis Ik was een beetje van slag. Zojuist had ik een Zweedse serie bekeken over mensen die hun droomhuis bouwen. In deze aflevering kwam een hartstikke leuk stel aan bod. Ze hadden een prachtige kavel weten te bemachtigen met uitzicht op zee. Het huis wat ze daar wilden bouwen was met recht een dróóm, inclusief zwembad. Ze hadden nog meer toekomstplannen: over een aantal maanden zouden ze trouwen en een grote bruiloft geven met alles erop en eraan. Twee vrolijke kinderen hadden ze, we zagen ze met vader en moeder een balspel spelen. Het perfecte plaatje. De man was timmerman van beroep en werkte hard aan het huis. Telkens zagen we scenes die een paar maanden na elkaar gemaakt waren. De droom kwam steeds dichterbij. Totdat hij uiteen spatte. Het hartstikke leuk stel ging scheiden. Uh? Scheiden? Helemaal precies kon ik het niet verstaan, maar genoeg om te begrijpen dat het niet meer ging tussen hen. Ze kozen ervoor het huis af te bouwen en het dan te verkopen. De vrouw had het er zichtbaar moeilijk mee. De man lachte het wat schutterig weg: ‘Ach, zulke dingen gebeuren nu eenmaal’.

Het huis werd een plaatje zo mooi, de droom werd verkocht. En ik was wat van slag. Ik vond het nogal wat, een tv-ploeg je droom vast laten leggen, grootse plannen voor een bruiloft die niet doorging, hard werkend om het huis af te bouwen… voor een ander. Zó sneu! Toen ik er met mijn man over praatte, zei hij doodleuk: ‘Ja, sneu voor die mensen. Tja, gebeurt nu eenmaal, zulke dingen.’ Op een toon van ‘jammer, klaar ermee’. Ik was er helemáál nog niet klaar mee! Natuurlijk gebeuren zulke dingen. Maar hoezo? Waarom zo? En zo’n schitterend huis samen willen bouwen, de dromen die ze hadden, dat leuke gezin… ‘Vind jij het dan niet náár voor die mensen?’ vroeg ik. ‘Ja, zeker is het naar voor hen, maar het leven gaat door’. Precies wat de man van het gezin ook al zei. Natuurlijk, dat zijn dingen die ik ook wel weet, en het is ook waar. Maar minstens zo waar is het dat het dat gezin heel veel doet. Niet alleen het droomhuis viel in duigen maar ook 4 levens moeten opnieuw beginnen.

denkvoorkeurenHet viel me op dat mijn man heel nuchter de situatie bekeek en dat ik veel meer bezig was met de emotionele impact. Hoe verschillend kun je denken! Juist daardoor ontstaan vaak misverstanden tussen mensen. Hoe simpel is het om mij voor emotionele zielepiet uit te maken en mijn man voor afstandelijke koude kikker, die ‘doodleuk’ iets zegt. Als we kunnen zien van waaruit een ander reageert, kunnen we vaak meer begrip voor een ander opbrengen. Je hoeft niet hetzelfde te denken, je hoeft niet hetzelfde te voelen, je hoeft ook niet goed te keuren wat een ander doet. Elkaar begrijpen maakt het leven wel veel eenvoudiger. In mijn praktijk werk ik o.a. met het principe van de denkvoorkeuren, waarvan Sperry en Mac Lean aan de basis stonden. Mensen hebben verschillende voorkeuren in hun manier van denken en van waaruit ze reageren. In het geval van mijn man voert een nuchtere, feitelijke en analytische denkvoorkeur de boventoon. Hij heeft zeker empathie maar dat komt meer op de tweede plaats. In mijn geval is mijn eerste insteek empathie en kan ik van daaruit naar een meer analytische reactie.

Onder stress hebben we allemaal de neiging onze denkvoorkeuren nog meer in te zetten en vooral daarop te gaan varen. Het mooie vind ik dat al die denkvoorkeuren bij elkaar juist aanvullend werken. Voor een team is het bijvoorbeeld heel goed als mensen een verschillende insteek hebben. En ik denk… voor een relatie ook.