Wat kunnen we leren van Lance Armstrongs dopingaffaire?

De bekentenis van Lance Armstrong dat hij doping gebruikte in de Tour de France, kwam niet als een verrassing. Wat mij vooral opviel, was dat hij het gebruik van doping als ‘normaal’ zag, iedereen deed het. Het hoorde erbij wilde je winnen, niks mis mee. Dat intrigeerde mij. Ik zie ook dingen als ‘normaal’. Wat vind jij normaal? (60 uur in de week werken? Geen tijd voor ontbijt? Altijd online?) Soms moeten we eens goed nadenken of wat wij normaal vinden, wel normaal is…

Na Lance bekentenis kwamen de verhalen van andere wielrenners los. Duidelijk kwam de moraal die leefde vóór de bekentenissen aan het licht: je mag wel doping gebruiken zolang je niet ‘positief’ wordt bevonden. Met andere woorden: zolang je niet positief bent, gebruik je eigenlijk geen dope. Cognitieve dissonantie heet dit in de psychologie.

Als renners doping gaan gebruiken, spelen een aantal heel menselijke factoren mee. In mijn optiek zijn die factoren: angst, de wil om te winnen en de behoefte om mee te tellen.

De angst steekt de kop op op het moment dat duidelijk wordt dat ánderen doping gebruiken en dus altijd beter zullen presteren dan jij. Winnen zul je dus nooit meer. Gedachten als: ik ben verantwoordelijk voor mijn medeploeggenoten, voor mijn hypotheek, voor de verwachtingen van het publiek… wat verlies ik als ik niet meedoe? Met als eindconclusie: dus ik móet wel gaan gebruiken.

De wil om te winnen, de wil om door te stoten naar de top, doet zich ook gelden. Je bent tenslotte niet voor niets wielrenner geworden. Wil jij als wielrenner meetellen in het klassement, dan gebruik je. Zonder dope geen hope.

En tenslotte is een niet te onderschatten gevoel een belangrijke drijfveer: het gevoel erbij te willen horen, mee te willen doen met ‘de echte jongens’. De stoere binken, de winnaars. Wie wil dat niet? Tja wat moet je dan? Dan moet jij óók gaan gebruiken anders tel je in de club niet mee.

Maar als we deze dingen eens nader bekijken… Zijn de hierboven genoemde argumenten om te gebruiken eigenlijk niet op ons allemaal van toepassing? Wie is in deze tijd niet bang voor zijn hypotheek? Wie wil niet winnen of een glansrijke carrière? Wie heeft geen behoefte erbij te horen? Wie wil niet meedoen met de grote jongens als je de kans hebt?

Het gevaar schuilt in het overschrijden van je eigen grenzen. Je moraal wat oprekken, een grensje over, nog één… en het wordt vanzelf gewoon. Ja… je móet toch wel in deze tijd? Die grens over gaan, dat gaat heel geleidelijk. Dat heb je soms niet eens zo in de gaten. De waan van de dag regeert.

En dan zegt wielrenner Thomas Dekker: “Ik had tóen mensen nodig die tegen me hadden moeten zeggen dat ik geduld moest hebben, dat ik met mijn fikken van de doping af moest blijven. Maar die waren er niet. Integendeel.” Iedereen hield elkaar gevangen.

Dít is onze les: blijf bij jezelf, wees dáárom een winnaar.